Gemeente Breda
Registratienr: 35028]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE
Tevens is geconstateerd dat de toelichting uit 2005 op enkele onderdelen tekstueel acterhaald is. Een
voorbeeld hiervan is de passage over de nog aan te leggen nieuwe haven die inmiddels is afgerond. Een
voorstel voor tekstcorrecties zal onderdeel worden van het advies aan de Ministers van OCW en VROM.
Dit voorstel is al bijlage toegevoegd.
Consequenties
Dit besluit heeft geen directe consequenties. Het betreft immers een voorstel aan de gemeenteraad om
de Minister van OC&W en VROM positief te adviseren.
Het aanwijzen van het (uitgebreide) rijksbeschermde stadsgezicht door de Ministers van OC&W en VOM
heeft consequenties ten aanzien van de volgende gemeentelijke producten:
bestemmingsplannen
bouwvergunningen
sloopvergunningen
Bestemmingsplannen
Artikel 36, lid 1 van de Monumentenwet 1988 geeft aan dat de gemeenteraad ter bescherming van een
beschermd stads- of dorpsgezicht een bestemmingsplan vaststelt als bedoeld in de Wet op de
Ruimtelijke Ordening. Bij het besluit tot aanwijzing van een beschermde stads- of dorpsgezicht kan
hiertoe een termijn worden gesteld.
Artikel 36, lid 1 van de Monumentenwet 1988 geeft aan dat bij het besluit tot aanwijzing van een
beschermd stads- of dorpsgezicht wordt bepaald of en in hoeverre geldende bestemmingsplannen als
beschermend plan in de zin van artikel 36, lid 1 kunnen worden aangemerkt.
Het voorlopig oordeel van de Rijksdienst voor de binnen het te beschermen gebied vigerende
bestemmingsplannen is als volgt:
- bestemmingsplan Boeimeer (2005) is voldoende beschermend
- bestemmingsplan Brabantpark (1998) is voldoende beschermend
- bestemmingsplan Spoorbuurt (2003) is voldoende beschermend
- bestemmingsplan Haagpoort (2002) is voldoende beschermend
- bestemmingsplan Tuinzicht (1994) is voldoende beschermend
bestemmingsplan Breda-Zuid is voldoende beschermend
De bestemmingsplannen Hoge Steenweg eo (1967) en Tramsingel eo (1986) zijn niet beoordeeld omdat
het beschermde stadsgezicht nauwelijks van invloed zijn op deze gebieden. Bij de formele toets bij de
aanwijzing (naar verwachting oktober 2010) zullen deze bestemmingsplannen als voldoende
beschermend worden gekwalificeerd. Vernieuwing van deze bestemmingsplannen is overigens in 2010
voorzien.
Het bestemmingsplan Drie Hoefijzers Zuid (2008) is niet beoordeeld omdat deze recenter is dan de toets
door de Rijksdienst. Dit bestemmingsplan is geschreven in de wetenschap dat uitbreiding van het
beschermde stadsgezicht aan de orde zal zijn tijdens de werkingsduur van dit bestemmingsplan. Daarom
is het uitgebreide beschermd stadsgezicht reeds betrokken bij dit bestemminngsplan. Ook voor dit
bestemmingsplan geldt dat het vrijwel zeker als voldoende beschemend zal worden gekwalificeerd.
Het bestemmingsplan Binnenstad zal in 2010 worden herzien. Bij deze herziening zal de uitbreidnig van
het beschermde stadsgezicht worden meegenomen. Tijdens het formele vooroverleg (art. 10 Bro) met de
Rijksdienst zal worden getoetst op de mate van bescherming.
Bouwvergunningen
Artikel 43, lid 3 van de Woningwet geeft aan dat in beschermde stads- of dorpsgezichten geen
vergunningsvrije werkzaamheden bestaan.
-3-