Gemeente Breda
Registratienr: 34344]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE
Beoordeling.
a. Het africhten van paarden behoort bij de agrarische activiteit welke ter plaatse wordt uitgeoefend. In
dat verband is aan de locatie Vaartwegje 46 dan ook een agrarische bestemming met bouwvlak
toegekend zodat het bedrijf ter plaatse mogelijkheden heeft haar bedrijfsactiviteiten uit te breiden.
Een stapmolen past binnen die toegestane activiteiten. Problemen in het kader van de geurnormering
doen zich altijd voor als er geurgevoelige objecten aanwezig en het doet er niet toe of dit dan een
agrarische activiteit is of niet.
b. In het vigerende bestemmingsplan heeft het betreffende pand ook al een woonbestemming. In het
nieuwe plan is deze bestemming overgenomen. Er is geen aanleiding om aan deze locatie nu een
agrarische bestemming toe te kennen.
c. Het aan het bedrijf van reclamanten toegekende bouwvlak heeft al de maximaal toegestane
oppervlakte van 2,5 ha. Op dit bouwvlak is nog wel beperkte ruimte voor uitbreiding. Op basis van de
in de regels opgenomen wijzigingsbevoegdheid is alleen nog vormwijziging mogelijk. Of hiermee
voldoende ruimte kan worden gecreëerd om de bouwplannen van reclamanten te realiseren kan aan
de hand van de zienswijze niet worden vastgesteld.
d. Ook de schoonheidssalon is in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied positief bestemd. Dit is
in het bestemmingsplan Buitengebied Zuid overgenomen. Niet valt in te zien waarom dit bedrijf nu
meer belemmeringen kan dan wel zal geven voor het bedrijf van reclamanten. Bovendien liggen
dichter bij het bedrijf van reclamanten ook al bestemmingen (bijvoorbeeld Wonen) die een
belemmering geven in de bedrijfsvoering voor wat betreft de geurnormering.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
12. M. Doorakkers en A. van lersel, A. en J. Nijssen en A.M. en A. Toufexis.
Inhoud zienswijze.
Reclamanten hebben bezwaren tegen de ontwikkelingen rond Kampeerboerderij De Beekhoek. Zij
vrezen hierdoor een toenemende geluidoverlast en de mogelijkheden voor kamperen in de
wintermaanden. De onderhavige camping wordt steeds meer bezocht door seizoensarbeiders met alle
overlast van dien. Bovendien wordt de camping nu ook bewoont in de wintermaanden terwijl dat
voorheen alleen van begin april tot eind oktober was. Reclamanten vrezen dat dit soort ontwikkelingen zal
leiden tot steeds meer overlast omdat de reguliere gasten de camping gaan mijden en er alleen nog
seizoensarbeiders verblijven. Zij willen hierover wel in overleg met de eigenaar van de camping. Zij
maken wel bezwaar tegen de moderniserings- en uitbreidingsplannen zoals die in het bestemmingsplan
Buitengebeid Zuid zijn opgenomen.
Beoordeling.
Ten behoeve van Kampeerboerderij De Beekhoek is geen uitbreidingsmogelijkheid opgenomen. Op
grond van de thans van toepassing zijnde regels mag de camping jaarrond open zijn en is permanente
bewoning van kampeermiddelen verboden. Een eventuele uitbreiding of modernisering van de camping
doet hieraan niets af. Overlast van de gasten die de camping bezoeken kun je middels het
bestemmingsplan niet voorkomen of verhelpen. Permanente bewoning van kampeermiddelen is, zoals
reeds eerder is aangegeven, via specifieke gebruiksregels in het bestemmingsplan verboden.
Overtreding van deze regels en het tegengaan van overlast door campinggasten kan/moet worden
voorkomen via handhaving.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.