Gemeente Breda Registratienr: 34344] RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE Beoordeling. a. Er is geconstateerd dat het beleid zoals dat is neergelegd in de provinciale nota Teeltondersteunende voorzieningen 2007 niet goed is vertaald in het onderhavige bestemmingsplan. In het vast te stellen plan is een en ander dan ook aangepast. Binnen de bestemming 'Agrarisch' is geen aanlegvergunning meer nodig voor het oprichten of aanleggen van teeltondersteunende voorzieningen en binnen de bestemmingen 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden' en 'Agrarisch met waarden - natuur- landschapswaarden' is het oprichten of aanleggen van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen qua plaatsing niet langer gebonden aan het bouwvlak maar nu binnen de gehele bestemmingen mogelijk is gemaakt. Wel dient aangetoond te worden dat de voorzieningen geen onevenredige effecten zullen hebben op de aanwezige natuur- en/of landschapswaarden. b. Het bouwvlak van reclamant is gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden landschapswaarden. Binnen deze bestemming is op grond van de Interimstructuurvisie Noord- Brabant/Paraplunota ruimtelijke ordening een maximum gesteld aan de bouwvlakken voor agrarische bedrijven. Er is een maximum gesteld van 1,5 ha. Hiervan kan alleen worden afgeweken voor intensieve veehouderijen, voor zover deze gelegen zijn op een duurzame locatie, en voor bestaande glastuinbouwbedrijven. Het bedrijf van appellant kan niet als zodanig worden aangemerkt. c. Een deel van de gronden is, zoals reclamant meent, niet bestemd tot natuur. Waarschijnlijk heeft de gemachtigde van reclamant het bestemmingsplan via internet geraadpleegd. Over de percelen van reclamant ligt naast een bestemming ook een gebiedsaanduiding. Beide staan met een kleur op de verbeelding aangegeven. Door het feit dat deze beide kleuren over elkaar liggen kan de indruk ontstaan dat op deze gronden de bestemming 'Natuur' ligt maar dit is dus niet juist. De gronden van reclamant hebben allen de bestemming 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden'. d. Er wordt niet getwijfeld aan hetgeen reclamant in dit kader stelt maar het is op dit moment niet na te gaan of dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Er is dan ook besloten om in overleg met reclamant een onderzoek te doen naar hetgeen wordt beweerd met dien verstande dat contact zal worden opgenomen met belanghebbende over eventueel schriftelijk bewijsmateriaal. Indien dit niet aanwezig is zal aan belanghebbende worden verzocht toestemming te geven voor een booronderzoek door de gemeente. De onderzoeksgegevens zullen worden vastgelegd in een rapport dat ook ter beschikking zal worden gesteld aan de reclamant. Dit rapport kan dienen als onderzoeksrapport bij het aanvragen van een aanlegvergunning waaruit mogelijk blijkt dat de betreffende gronden inderdaad te ernstig zijn verstoord. De dubbelbestemming blijft vooralsnog gehandhaafd. e. Voor het tijdelijk huisvesten van seizoensarbeiders is gemeentelijk beleid van kracht. Hierin is vastgelegd dat per bedrijf maximaal 40 arbeiders mogen worden gehuisvest en dat, indien voor de huisvesting stacaravans of woon units worden gebruikt, deze na afloop van elke gebruiksperiode verwijderd dienen te worden. De reden hiervan is voornamelijk gelegen in de handhaving. Indien ze niet op het bedrijf aanwezig mogen zijn kunnen ze ook niet strijdig worden gebruikt. Indien de tijdelijke huisvesting echter gerealiseerd wordt in een bestaande bedrijfsruimte zijn er geen regels gesteld aan de tijdelijkheid. Gelet hierop en gelet op het gegeven dat het telkens weer plaatsen en verwijderen van de tijdelijke woonruimten onaanvaardbaar hoge kosten met zich brengt is het bestemmingsplan aangepast en is in het bestemmingsplan is de verplichting tot verwijdering geschrapt en is in plaats daarvan bepaald dat een registratie van de bewoning moet worden bijgehouden teneinde het gebruik hiervan gedurende 6 maanden per jaar te kunnen handhaven en is de verplichting toegevoegd dat deze landschappelijk moeten worden ingepast. Van het maximaal aantal arbeiders dat mag worden gehuisvest wordt niet afgeweken. Conclusie. De zienswijze voor wat betreft het genoemde onder a en e gegrond en het overige ongegrond te verklaren. -11-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 56