Gemeente Breda
Registratienr: 34344]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RQ/SE
Beoordeling.
De regeling voor teeltondersteunende voorzieningen is gebaseerd op de provinciale beleidsnotitie
Teeltondersteunende voorzieningen 2007. Binnen de ter plaatse geldende bestemming zijn binnen de
aanduiding bouwvlak zonder specifieke aanduiding is de bouw of aanleg van permanente
teeltondersteunende voorzieningen mogelijk. Buiten het bouwvlak zijn tijdelijke teeltondersteunende
voorzieningen mogelijk. In het ontwerp van het bestemmingsplan waren hier nog specifieke daarvoor
aangeduide bouwvlakken opgenomen hetgeen niet in overeenstemming is met voornoemde
beleidsnotitie. Op grond van diverse zienswijzen hiertegen is de regeling aangepast en is de bouw of
aanleg van tijdelijke teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak mogelijk gemaakt via een
ontheffing onder andere mits de omgevingskwaliteiten zich hiertegen niet verzetten.
Conclusie.
Deze zienswijze ongegrond te verklaren.
21. C.J. Goos.
Inhoud zienswijze.
Verzoekt een gedeelte van zijn perceel aan de oostzijde van zijn bouwvlak ook in het bouwvlak op te
nemen als dit mogelijk is. Hij heeft begrepen dat woning en tuin niet binnen het bouwvlak opgenomen
hoeven te zijn. De oppervlakte welke hiermee gemoeid is zou dan ook aan het bouwvlak kunnen worden
toegevoegd.
Beoordeling.
Het bouwvlak kan inderdaad wel enigszins aan de wensen van reclamant worden aangepast. De
bedrijfswoning zal echter binnen het bouwvlak opgenomen moeten blijven. Het bouwvlak is in het vast te
stellen plan voor zover dit mogelijk is gelet op de bestaande bebouwing aan de wensen van reclamant
aangepast.
Conclusie.
Deze zienswijze gegrond te verklaren.
22. J.C.M. Brosens.
Inhoud zienswijze.
Reclamante maakt, mede namens buurtbewoners, waarvoor zij overigens geen machtiging heeft
overlegd, bezwaar tegen de wijzigingen in de besluitvorming ten opzichte van mei 2008 (voorontwerp
van het bestemmingsplan). Zo zou de doorkijk naar de Bieloop zijn verdwenen en zou geen verdichting
van de lintbebouwing plaatsvinden. Er wordt in het plan te weinig rekening gehouden met de
cultuurhistorische waarden van de omliggende panden. Niet is meer duidelijk welke bestemming de
gronden achter hun huizen heeft.
Beoordeling.
Camping Liesbos had in het ontwerp van het bestemmingsplan geen rechtstreekse uitbreiding gekregen.
In het plan was echter voor een perceel tegenover de camping een mogelijkheid opgenomen de
bestemming van dat perceel te wijzigen ten behoeve van de uitbreiding van de camping. Een en ander is
echter dusdanig onzeker dat gelet op de zienswijzen uit de nabije omgeving van de camping deze
wijzigingsbevoegdheid uit het bestemmingsplan is gehaald. Mocht de camping in de toekomst toch nog
plannen hebben om deze uit te breiden en de gemeente heeft de bereidheid en de mogelijkheden om
hieraan medewerking te verlenen zal dit middels het opstellen van een postzegelplan opgelost worden.
Reclamant kan hiertegen dan weer opkomen indien hij dit wenst.
Conclusie.
Deze zienswijze gegrond te verklaren.
-15-