Gemeente Breda
Registratienr: 34344]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE
Beoordeling.
a. De bouwvlakken zijn als een aanduiding op de verbeelding weergegeven. Dit is ook de systematiek
welke wij op basis van de bij wet voorgeschreven standaard moeten hanteren. Op de digitale
verbeelding, welke op de website te raadplegen is, is het onderscheid beter zichtbaar dan op de
analoge kaarten.
b. Om van de wijzigingsbevoegd als hier bedoeld gebruik te kunnen maken is het bepaalde in artikel 3.6
van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing. Ook aan deze procedure is rechtsbescherming
verbonden die vergelijkbaar is met die van het bestemmingsplan. Het grootste verschil zit alleen in
het bevoegde gezag dat de besluiten mag nemen. Bij bestemmingsplannen is de gemeenteraad
bevoegd gezag en voor wijzigingsplannen het college van burgemeester en wethouders. Het
ontwerp van een wijzigingsplan moet 6 weken ter inzage gelegd worden en hiertegen kunnen
zienswijzen naar voren worden gebracht terwijl tegen het vaststellingsbesluit, net als bij een
bestemmingsplan, beroep openstaat bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
c. Met deze regeling is aansluiting gezocht bij de regeling die de provincie hanteerde bij de goedkeuring
van wijzigingsplannen voor het omzetten van de bestemming van agrarisch naar wonen en in dat
kader dus ook al langer als standaard wordt gehanteerd. Deze regeling wordt niet ais onredelijk
ervaren en heeft in de bestuurspraktijk ook niet tot overwegende problemen geleid. Het probleem dat
reclamanten aanvoeren kan zich overigens ook voordoen bij een maximum van 400 m2. Wel wordt
opgemerkt dat in het kader van deze regeling de m2 welke behouden mogen worden ook mogen
worden vervangen dor nieuwbouw waardoor dus eventueel het probleem als reclamanten schetsten
zich niet voordoet.
d. Voor de ondernemers welke dit probleem hebben aangekaart is het volgende opgenomen. Er wordt
van de zijde van de gemeente niet getwijfeld aan hetgeen reclamanten in dit kader stellen maar het is
op dit moment niet na te gaan of dit ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Er is dan ook besloten
om in overleg met reclamanten een onderzoek te doen naar hetgeen wordt beweerd met dien
verstande dat contact zal worden opgenomen met belanghebbende over eventueel schriftelijk
bewijsmateriaal. Indien dit niet aanwezig is zal aan belanghebbende worden verzocht toestemming te
geven voor een booronderzoek door de gemeente. De onderzoeksgegevens zullen worden
vastgelegd in een rapport dat ook ter beschikking zal worden gesteld aan de reclamanten. Dit rapport
kan dienen als onderzoeksrapport bij het aanvragen van een aanlegvergunning waaruit mogelijk blijkt
dat de betreffende gronden inderdaad te ernstig zijn verstoord. De dubbelbestemming blijft
vooralsnog gehandhaafd.
e. Voor het opnemen van bouwvlakken voor agrarische bedrijven zijn regels opgenomen in het
provinciale beleid. Hierbij wordt het principe gehanteerd van 'bouwvlakken op maat'. Dit betekent dat
de bouwvlakken een zodanige oppervlakte mogen krijgen dat binnen de planperiode van 10 jaar de
ondernemer de noodzakelijke ontwikkelingen kan realiseren. Hierbij is wel gesteld dat, binnen de
agrarische bestemmingen met waarden, aan de bouwvlakken in principe een bovengrens zit van 1,5
ha (glastuinbouwbedrijven en intensive veehouderijen hebben een afwijkend maximum). Binnen de
bestemming 'Agrarisch' is dit gesteld op maximaal 2,5 ha. Binnen deze maatvoering zullen dus alle
voor de bedrijven noodzakelijk (permanente) voorzieningen moeten worden gebouwd. Gemeend
wordt dat dit ook voldoende is voor de diverse vormen van agrarische bedrijvigheid binnen het
plangebied. De mogelijkheid tot uitbreiding van bouwvlakken voor bedrijven welke reeds op hun
maximum zitten is wel in het plan opgenomen. Wel is hierbij bepaald dat dit alleen kan als dit vanuit
dierwelzijns- of andere milieueisen noodzakelijk is.
f. In artikel 4 lid 4.1 is aangegeven dat ook intensieve veehouderijen als agrarische bedrijvigheid
worden aangemerkt en als zodanig binnen de bestemming zijn toegestaan. Bij behandeling van deze
zienswijze is echter wel vastgesteld dat in het betreffende artikellid wel een gedeelte van een
verplichte tekst ontbreekt. De locaties voor intensieve veehouderijen dienen wel op een duurzame
locatie te zijn gelegen als bedoeld in het reconstructieplan De Baronie. Dit is alsnog aan dit artikellid
toegevoegd. Bij omschakeling naar deze activiteit dient de locatie dus wel zijn gelegen op een
zogenaamde duurzame locatie. Omschakeling naar intensieve veehouderij is derhalve onder
voorwaarden mogelijk binnen de genoemde bestemming.
g. Deze opmerking is juist. Ook binnen deze bestemming zijn glastuinbouwbedrijven aanwezig. Een en
ander is alsnog aan artikel 4, lid 4.1 toegevoegd.
-24-