Gemeente Breda
Registratienr: 34344]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: RO/SE
a. De ligging, bebouwing en huidig gebruik van het perceel. Het perceel ligt op de grens met de
bebouwde kom. Op het perceel staat een schuur/garage en een kasje. Door de bouw van een
woonwijk aan de overkant van de Kraaijenbergsestraat is het ruimtelijk beeld sterk veranderd. Door
de gemeente is inmiddels ook al vrijstelling verleend voor de bouw van twee woningen op het
naastgelegen perceel Kraaijenbergsestraat 4. Het perceel van reclamanten heeft altijd deel
uitgemaakt van dat perceel.
b. Bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken 1997. In de voorloper op dit bestemmingsplan had
het totale perceel Kraaijenbergsestraat 4, waar dus het perceel van reclamanten deel van uitmaakte,
een woonbestemming. Later, in het bestemmingsplan van 1997, is de grens van de bebouwde kom
tussen de twee percelen komen te liggen en is de woonbestemming ten onrechte, zoals zij uit een
archiefonderzoek hebben vastgesteld, van het perceel van reclamanten afgehaald. Reclamanten zijn
van mening dat deze 'vergissing' alsnog hersteld dient te worden.
c. Uitwerking Breda-Tilburg. Op grond van dit uitwerkingsplan past volgens reclamanten het toevoegen
van dit perceel aan de bebouwde kom binnen de kaders. In dit uitwerkingsplan valt het perceel van
reclamanten ruim binnen de kaders van de toekomstige bebouwde kom. Een woonbestemming voor
het perceel is dus in de lijn met het Uitwerkingsplan.
d. Reconstructieplan De Baronie. In het reconstructieplan is aan het perceel van reclamanten geen
zonering toegekend hetgeen volgens reclamanten betekent dat het perceel volgens dit plan niet in
het buitengebied valt maar als onderdeel wordt gezien van het stedelijk gebied.
e. Interimstructuurvisie Noord-Brabant/Paraplunota ruimtelijke ordening. Ook in het kader van de
Interimstructuurvisie is het perceel onderdeel uit gaan maken van het bestaand stedelijk gebied. Dit
wordt door reclamanten geconcludeerd op basis van het bijgevoegde uittreksel uit de kaarten
behorende bij die structuurvisie.
f. Onderzoek naar aanwezige natuur- en landschapswaarden. De provincie heeft aangegeven dat de
gemeente op perceelsniveau een actueel onderzoek naar de aanwezige natuur- en
landschapswaarden moet uitvoeren indien wordt afgeweken van de door de provincie aangegeven
grenzen. Een dergelijk onderzoek is nooit uitgevoerd. Alleen al daarom kunnen geen waarden aan
het perceel worden toegekend.
g. Verder zijn reclamanten van mening dat vanwege het huidige gebruik van het perceel als volkstuin
aan dit perceel een bedrijfsbestemming toegekend had moeten worden. Een volkstuin wordt namelijk
gezien als een aan de agrarische sector verwante bedrijvigheid.
Beoordeling.
a. Het enkele feit dat aan de overkant een woonwijk is gelegen en inmiddels een vrijstelling en
vergunning is verleend voor de bouw van twee woningen op het naastgelegen perceel is niet
bepalend of een perceel ook een dusdanige bestemming moet krijgen. Met de bouw van de 2
woningen op het naastgelegen perceel, ter vervanging van een op het perceel staand woonhuis met
een voormalige landbouwschuur, wordt dan ook gezien als een afronding van het stedelijk gebied. In
het feit dat op het betreffende perceel enige bebouwing staat doet hieraan niets af.
b. In het bestemmingsplan Buitengebied Nieuw-Ginneken maakte het onderhavige perceel nog deel uit
van het perceel Kraaijenbergsestraat 4. De situatie is nu echter zodanig gewijzigd dat dit perceel
zelfstandig kan en mag worden beoordeeld. Verder wordt verwezen naar de beoordeling onder a.
c. De kaarten behorende bij uitwerkingsplan zijn van een dusdanige schaal dat hieruit niet op
perceelsniveau kan worden bepaald waar de begrenzing van het stedelijk gebied exact ligt. Dit wordt
door de gemeente bepaald bij het opstellen van het bestemmingsplan.
d. Het enkele feit dat in het Reconstructieplan De Baronie geen zonering is opgenomen als door
reclamant bedoeld betekent niet dat dit perceel niet in het buitengebied zuid kan worden
meegenomen.
e. De kaarten behorende bij de Interimstructuurvisie zijn van een dusdanige schaal dat hieruit niet op
perceelsniveau kan worden bepaald waar de begrenzing van het stedelijk gebied exact ligt. Dit wordt
door de gemeente bepaald bij het opstellen van het bestemmingsplan.
f. In het kader van het bestemmingsplan is wel een onderzoek plaatsgevonden naar de aanwezige
natuur- en landschapswaarden in het plangebeid. De resultaten hiervan zijn vermeld in hoofdstuk 3
paragraaf 3.1 .van de toelichting. Dit onderzoek is mede gebruikt voor het toekennen van de diverse
bestemmingen en de mogelijkheden welke zijn geboden dan wel welke verboden er op rusten.
-36-