Gemeente Breda Registratienr: 34344] Raadsvoorstel Dienst/afdeling: RO/SE f. Dit is niet helemaal juist. Een gedeelte van het betreffende gebied heeft een natuurbestemming. In dit kader wordt verder opgemerkt dat vooraf aan het toekennen van de diverse bestemmingen een inventarisatie/onderzoek heeft plaatsgevonden naar de verschillende waarden binnen het plangebied. Een en ander is vastgelegd in hoofdstuk 3 paragraaf 3.1. van de toelichting behorende bij het bestemmingsplan. De gronden met de bestemming 'Agrarisch met waarden landschapswaarden' betreffen de gronden behorende bij het nabijgelegen agrarische bedrijf Prinsenhoef en bestaan uit bij dit bedrijf in gebruik zijnde weilanden. Er bestaat geen aanleiding aan deze gronden een zwaardere bestemming toe te kennen. g. De diverse functies binnen bestemmingsplan hebben de mogelijkheden gekregen welke maximaal binnen het provinciale beleid kunnen worden geboden. Dit betekent dat alle niet agrarische bedrijven, waaronder ook de maatschappelijke voorzieningen, een uitbreidingspercentage hebben gekregen van 15% van het thans bestaande bebouwde oppervlak. Dit is een aanzienlijke beperking, en geen uitbreiding zoals reclamanten menen, van de mogelijkheden ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan waarin een maximaal bebouwingspercentage was vastgesteld van het bestemmingsvlak. Hiermee zijn zowel de belangen van reclamanten als de belangen van de betreffende ondernemers of organisaties voldoende gediend. Voor wat de Klokkenberg betreft wordt opgemerkt dat dit al in het ontwerp uit het bestemmingsplan is gelaten. Hiervoor zal een apart bestemmingsplan worden opgesteld en in procedure worden gebracht. h. Deze GEA-objecten zijn inderdaad genoemd in de toelichting maar hebben in het plan geen afzonderlijke regeling gekregen. De aanwezigheid van deze GEA-objecten in het betreffende gebied hebben mede de toe te kennen bestemming aan de gronden bepaald en de daaraan verbonden regels. Hiermee hebben de GEA-objecten voldoende bescherming binnen het plan gekregen. i. Aan dit bedrijf, zijnde een paardenfokkerij is een bouwvlak toegekend dat overeenkomt met het bouwvlak zoals dit ook in het vigerende bestemmingsplan is opgenomen. Deze stoeterij is gelegen binnen de bestemming 'Agrarisch met waarden - landschapswaarden'. Binnen deze bestemming mogen bouwvlakken een oppervlakte hebben van maximaal 1,5 ha. Dit bouwvlak overschrijdt deze grenzen niet. Voorts is dit bouwvlak niet gelegen binnen de Ecologische Hoofdstructuur/Groene Hoofdstructuur zoals reclamant in haar zienswijze aangeeft. De overdracht van gronden wordt niet in een bestemmingsplan geregeld. Hierop wordt dan ook niet ingegaan. j. Zie het gestelde onder g. k. Het al dan niet gelegen zijn binnen een extensiveringsgebied heeft te maken met het al dan niet kunnen vestigen of uitbreiden van intensieve veehouderijen. In het onderhavige plan is er voor gekozen alleen het verwevingsgebied, waarbinnen op duurzame locaties intensieve veehouderijen zijn toegestaan, in het plan op te nemen. Op deze manier is ook verankerd dat in de rest van het plangebied, het extensiveringsgebied, geen intensieve veehouderijen kunnen vestigen of uitbreiden. I. De hier bedoelde gebieden zijn opgenomen binnen een bestemming die een zodanige beschermende regeling biedt via de regels dat deze niet apart op de verbeelding of in de regels behoeven te worden opgenomen. m. De natte natuurparels, en met name dan de beschermingszones, zijn wel op de verbeelding opgenomen maar dienen nog van een adequate aanduiding worden voorzien. In het vast te stellen plan zijn de natte natuurparels en hun beschermingszones opgenomen met de dubbelbestemming 'Waarde - beschermingszone natte natuurparel' en in de regels van een regeling voorzien in het nieuwe toegevoegde artikel 22. n. De uitbreidingsruimte die zowel aan agrarische als aan niet agrarische bedrijven is toegekend voldoet aan hetgeen hierover in het provinciale beleid is opgenomen. De uitbreidingsmogelijkheden voor de agrarische bedrijven zijn afgestemd op de bestemming waarbinnen ze zijn gelegen. De uitbreidingsruimte voor niet agrarische bedrijven is gerelateerd aan de functie die zij vervullen. Indien de functie verwantschap heeft met het agrarisch bedrijf mag maximaal 25% worden uitgebreid voor andere bedrijven is dit slechts 15%. Hiermee wordt recht gedaan aan zowel de eventueel aanwezige waarden als de belangen van de bedrijven voor wat betreft de continuïteit. -54-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 99