Gemeente Breda Artikel 5 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven wegens het hebben van a. voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een weldadig doel of ten algemene nutte of in het algemeen belang van de gemeente; b. borden, masten, palen en dergelijke, die in verband met de verkiezingen van publiekrechtelijke lichamen zijn aangebracht; c. wegwijzers en verkeersaanwijzingen van de Koninklijke Nederlandse Toeristenbond A.N.W.B. en van andere overeenkomstige instellingen; d. ten behoeve van postverzending aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten en niet tot reclame dienende aanwijzingen voor het publiek; e. voorwerpen en werken, welke ingevolge een wettelijk voorschrift moeten worden gedoogd; f. voorwerpen krachtens verpachting, verhuring of een ander privaatrecht of krachtens een concessie; g. voorwerpen, welker sloping, verplaatsing of verandering door plaatsing op de monumentenlijst verboden is; h. borden tot verhuur of verkoop van woningen of percelen, in het geval deze borden aan de te verhuren of te verkopen woningen op percelen zijn bevestigd; i. borden, die geen grotere oppervlakte dan 0,30 m2 en geen grotere afmeting dan 1 strekkende meter hebben en welke de naam en verdere bijzonderheden vermelden van beroep of bedrijf van de persoon of onderneming, welke in het perceel, waartegen die borden zijn aangebracht, woont, is gevestigd of waar het beroep of bedrijf wordt uitgeoefend; j. afvoerbuizen van hemelwater of van faecale stoffen, welke aan een gebouw zijn aangebracht en niet meer dan 0,10 meter buiten de gevel uitsteken; k. voorwerpen van nutsbedrijven; I. een zonnescherm of markies, voorzover aanwezig aan woonhuizen welke uitsluitend voor bewoning in gebruik zijn; m. ten hoogste twee bloembakken en ten hoogste twee bankjes, voor zover deze zijn geplaatst binnen de afstand van maximaal 60 centimeter uit de gevel, geen deel uitmaken van een terras, niet zijn voorzien van reclame-uitingen en niet in gebruik zijn ten behoeve van de uitstalling van goederen. Artikel 6 Maatstaf van heffing en belastingtarief 1. De precariobelasting wordt geheven aan de hand van en naar de maatstaven en tarieven opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel. 2. Belastingaanslagen van minder dan 10,00 worden niet opgelegd. 3. Voor de toepassing van het tweede lid wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen precariobelasting aangemerkt als één belastingaanslag. Artikel 7 Berekening van de precariobelasting Voor de berekening van de verschuldigde belasting wordt ten aanzien van lengte, oppervlakte- en inhoudsmaten een gedeelte van een tariefeenheid voor een gehele tariefeenheid gerekend. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 112