Treasury statuut 2010.
Definities en doelstellingen
Artikel 1Definities
a. Cash management
Dit is een deelfunctie van treasury en omvat het beheer van geldstromen en daaruit
voortvloeiende saldi en liquiditeitsposities tot 2 jaar.
b. Financiële derivaten
Financiële instrumenten belichaamd in contracten waarin de voorwaarden zijn vastgelegd
waartegen een transactie op een bepaald moment zal of kan plaatsvinden en waarvan de
waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende activa, referentieprijzen of indices.
c. Financiering
Het aantrekken van de benodigde financiële middelen voor een periode van minimaal twee
jaar. Deze middelen kunnen bestaan uitzowei eigen vermogen als vreemd vermogen. Het
aantrekken van financiële middelen voor een periode tot twee jaar behoort tot het
liquiditeitenbeheer.
d. Kasgeldlimiet
Een bedrag ter grootte van een percentage van het totaal van de jaarbegroting van het
openbare lichaam bij aanvang van het jaar. De kasgeldlimiet beperkt het renterisico op de
netto vlottende schuld.
e. Koersrisicobeheer
Het beheersen van de risico's die voortvloeien uit de mogelijkheid dat de financiële activa van
de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen.
f. Kredietrisicobeheer (of debiteurenrisicobeheer)
Het beheersen van de risico's die voortvloeien uit de mogelijkheid op een waardedaling van
de vorderingspositie ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen
door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit.
g. Liquiditeitenbeheer
Het beheer van de liquiditeiten tot een jaar. Het liquiditeitenbeheer is het financieren en
beleggen voor een periode tot een jaar.
h. Netto vlottende schuld
De netto vlottende schuld is het gezamenlijk bedrag van:
de opgenomen gelden met een oorspronkelijke rentetypische looptijd van korter dan één
jaar;
de schuld in rekening-courant;
de voor een termijn van korter dan één jaar ter bewaring in de kas gestorte gelden van
derden, en
overige geldleningen die geen onderdeel uitmaken van de vaste schuld; verminderd met
het gezamenlijk bedrag van:
de contante gelden in kas;
de tegoeden in rekening-courant, en
de overige uitstaande gelden met een rentetypische looptijd van korter dan één jaar,
i. Rating
Een kwaliteitsoordeel over een effect of andere beleggingsmogelijkheid of entiteit door een
bedrijf dat zich daarop toelegt. Ratingbureaus zijn Moody's, Standard Poors en Fitch.
Pagina 2 van 5