Gemeente Breda Memorie van Toelichting rioolheffing Algemeen De verordening rioolheffing is gebaseerd op de tekst van de Gemeentewet zoals die luidt vanaf 1 januari 2008. De Wet verankering en bekostiging van gemeentelijke watertaken (Stb. 2007, 276) introduceert in artikel 228a van de Gemeentewet een nieuwe rioolheffing. Deze rioolheffing treedt in de plaats van het rioolrecht dat is gebaseerd op artikel 229 Gemeentewet. De nieuwe rioolheffing heeft het karakter van een bestemmingsheffing waarmee kosten kunnen worden verhaald om collectieve maatregelen te treffen die de gemeente noodzakelijk acht voor een doelmatig werkende riolering en overige maatregelen ten aanzien van hemelwater en grondwater. Het retributieve karakter van het rioolrecht is vervallen. Dit betekent dat het individuele profijt van de heffing door de gemeente niet meer hoeft te worden aangetoond. Opzet Artikel 228a van de Gemeentewet maakt een onderscheid tussen de waterketen (afvoer afvalwater) en het watersysteem (hemelwater en grondwater). De wet biedt de gemeente daarbij een keuze tussen één heffing of twee heffingen. Gemeente Breda heeft gekozen voor één heffing, welke keuze op dit moment voor de hand ligt omdat inzameling en transport van huishoudelijk en bedrijfsafvalwater, hemelwater en grondwater nog steeds via een overwegend gemengd rioolstelsel plaatsvindt. De wet biedt de gemeente de mogelijkheid om ook in de toekomst uitgaande van de huidige praktijk met één heffing te blijven werken, waaruit zowel de gemeentelijke waterketen- als watersysteemkosten worden bekostigd. Daarnaast beoogt de Wet gemeentelijke watertaken geen wijziging te brengen in de praktijk dat gemeenten zowel gebruikers als eigenaren dan wel slechts één van beide categorieën als belastingplichtigen voor de heffing aanwijzen. Evenals voorgaande jaren wijst de gemeente Breda de gebruiker aan als belastingplichtige voor de rioolheffing. Bekostiging van gemeentelijke watertaken Het uitgangspunt van de nieuwe heffing is om gemeenten in staat te stellen de kosten te verhalen die gepaard gaan met de gemeentelijke zorgplichten riolering. De gemeentelijke watertaken die uit de heffing bekostigd mogen worden, zijn de taken die betrekking hebben op: de inzameling, de berging en het transport van huishoudelijk afvalwater en bedrijfsafvalwater de inzameling en de verdere verwerking van afvloeiend hemelwater: de inzameling, de berging, het transport, de nuttige toepassing of het al dan niet na zuivering brengen in het oppervlaktewater of op of in de bodem van afvloeiend hemelwater; en het treffen van maatregelen ter voorkoming of beperking van nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming: de inzameling, de berging, het transport, de nuttige toepassing of het terugbrengen in het oppervlaktewater op of in de bodem van grondwater, alsmede de verbetering van het waterdoorlatend vermogen van de bodemtoplaag of de hydrologische compartimentering van de bodem. -4-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 86