Gemeente Breda Restituties reguliere bouwvergunning en bouwvergunning fase 2 5.7.1 t/m 5.7.5.3 Vervallen Bouwvergunningen algemeen, bestemmingsplannen, ontheffingen en vrijstellingen 5.8.1 Indien voor de behandeling van een aanvraag om reguliere bouwvergunning, respectievelijk een aanvraag om bouwvergunning eerste fase met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a, van de Wro een wijzigingsprocedure van het bestemmingsplan moet worden gevoerd, wordt het overeenkomstig 5.2.1 respectievelijk 5.4.1 of 5.6.1 berekende bedrag vermeerderd met: 5.8.1.1 indien de bouwkosten lager dan 2.000.000,— zijn: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 485,60 en een maximum van 4.855,91 5.8.1.2 indien de bouwkosten 2.000.000,- of meer zijn: 4.855,91 vermeerderd met 0,11% van de bouwkosten boven 2.000.000,- met een maximum van 9.711,84. 5.8.2.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: a. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wro; b. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.38, vierde lid, van de Wro; c. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5, van de Bouwverordening 2007; indien het verzoek betrekking heeft op een bouwwerk waarvoor een reguliere bouwvergunning nodig is: 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met een minimum van 115,00 en een maximum van 255,58. 5.8.2.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: a. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wro; b. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.38, vierde lid, van de Wro; c. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in hoofdstuk 2 paragraaf 5, van de Bouwverordening 2007; indien het verzoek betrekking heeft op een bouwwerk waarvoor een lichte bouwvergunning nodig is: 5% van het tarief als genoemd onder 5.2.1 met een minimum van 76,66 en een maximum van 191,68. 5.8.2.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van: a. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder c, van de Wro; b. een aanvraag om een ontheffing als bedoeld in artikel 3.38, vierde lid, van de Wro; indien voor dit verzoek niet tevens een bouwvergunning nodig is: 166,12 5.8.3.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing als bedoeld in de artikelen 3.22 of 3.23 van de Wro indien het verzoek betrekking heeft op een bouwwerk waarvoor een reguliere bouwvergunning nodig is: 15% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van 166,12 en een maximum van€ 1.916,81. 5.8.3.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing als bedoeld in de artikelen 3.22 of 3.23 van de Wro, indien het verzoek betrekking heeft op een bouwwerk waarvoor een lichte bouwvergunning nodig is: 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van 76,66 en een maximum van 575,04. 5.8.3.3 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 3.22 en 3.23 van de Wro, indien voor dit verzoek niet tevens een bouwvergunning nodig is. 268,36 5.8.4 In afwijking van 5.8.3.1 tot en met 5.8.3.3 bedraagt het tarief ter zake van het in behandeling nemen van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 3.23 van de Wro en deze ontheffing betrekking heeft op een situatie als bedoeld in artikel 4.1.1, eerste lid, onder i, van het Besluit ruimtelijke ordening: 5.8.4.1 indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de ontheffing betrekking heeft, niet meer bedraagt dan 100 m2: 638,92 5.8.4.2 indien het bruto oppervlak van de opstallen, waarop de ontheffing betrekking heeft, meer bedraagt dan 100 m2: 638,93 vermeerderd met 89,45 voor elke 50 m of deel ervan boven de 100 m2. -8-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 97