Gemeente Breda
5.8.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een principeaanvraag
omtrent de bereidheid van het College van Burgemeester en Wethouders of
Gemeenteraad om eventueel onder voorwaarde medewerking te verlenen aan het in
behandeling nemen van:
a. een verzoek tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de
Wro, 1.120,24
b. een verzoek om een buitentoepassing verklaring als bedoeld in artikel 3.40 van de
Wro of 1.120,24
c. een verzoek met betrekking tot een ruimtelijke ontwikkeling welke niet past binnen
het vigerende bestemmingsplan en waarvoor een bestemmingsplan als bedoeld in
artikel 3.1 van de Wro opgesteld dient te worden: 1.120,24
5.8.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
a. een verzoek tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de
Wro;
b. een verzoek om een buitentoepassing verklaring als bedoeld in artikel 3.40 van de
Wro;
waarbij geen sprake is van een bouwvergunningsplichtig initiatief in de zin van artikel 40
van de Woningwet 7.841,73
5.8.7 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van:
a. een verzoek tot het nemen van een projectbesluit als bedoeld in artikel 3.10 van de
Wro;
b. een verzoek om een buitentoepassing verklaring als bedoeld in artikel 3.40 van de
Wro;
waarbij sprake is van een bouwvergunningsplichtig initiatiefin de zin van artikel 40 van de
Woningwet, 1.120,24, vermeerderd met:
5.8.7.1 0,5% van de bouwkosten met een maximum van 125,00, indien de bouwkosten lager
zijn dan 25.000,00;
5.8.7.2 125,00 vermeerderd met 1% van de bouwkosten, indien de bouwkosten hoger zijn dan
25.000,00 met een maximum van 63.480,00.
5.8.8 Vervallen
5.9.1.1 Vervallen
5.9.1.2 Indien een bouwvergunning als bedoeld in artikel 5.2.1 wordt verleend met toepassing
van artikel 50, lid 3, onder a, van de Woningwet, wordt het tarief voor de bouwvergunning
verhoogd met 10% van het tarief als genoemd onder 5.2.1, met een minimum van
115,00 en een maximum van 575,04.
5.9.2 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het
vaststellen van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1 van de Wro:
a. indien sprake is van een bouwvergunningsplichtig initiatief in de zin van artikel 40 van
de Woningwet: 50% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een minimum van
3.103,09 en een maximum van 57.504,31;
b. indien geen sprake is van een bouwvergunningsplichtig initiatief in de zin van artikel
40 van de Woningwet: 7.841,73
5.9.3 Indien het verzoek om bouwvergunning of ontheffing op grond van een wettelijk
voorschrift ter visie moet worden gelegd wordt het verschuldigde legesbedrag voor elke
ter visie legging met 153,35 verhoogd.
5.9.4 Het bepaalde in onderdeel 5.2.8, 5.3.6, 5.5.6 is niet van toepassing op de
toeslagen/belastbare feiten als bedoeld in de onderdelen 5.8.1 tot en met 5.9.3, indien de
aanvraag wordt ingetrokken en de procedure die betrekking heeft op de toeslag inmiddels
is gestart of reeds is gevoerd.
5.9.5 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om
ontheffing van het verbod tot wijziging van het gebruik van gronden of bouwwerken als
bedoeld in artikel 3.7, vierde lid, van de Wro: 166,12
5.9.6 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om
ontheffing als bedoeld in artikel 6.12, zesde lid, van de Wro: 166,12
5.9.7 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een ontheffing
hogere waarde als bedoeld in of krachtens de artikelen 47 en volgende (industrielawaai)
en 83 en volgende (wegverkeerslawaai) van de Wet geluidhinder of artikel 4.10 en
volgende (spoorweglawaai) van het Besluit geluidhinder: 905,15
Schetsplan
5.10.1 Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag om een
beoordeling van een schetsplan: 20% van het tarief als genoemd onder 5.2.1met een
maximum van 1.213,98.
-9-