Gemeente Breda
Registratienr: 35234]
Raadsbesluit Dienst/afdeling: SSC/PO
Artikel 5 Verblijfskosten
De in redelijkheid noodzakelijk gemaakte werkelijke verblijfkosten ter zake van reizen, bedoeld in artikel 4
worden volledig aan de burgemeester en/of wethouder vergoed, met dien verstande dat de vergoeding voor
een lunch en/of diner ten hoogste 12,- respectievelijk €20,- bedraagt.
Toelichting:
De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfskosten, zoals overnachtingen en maaltijden
kunnen op declaratiebasis worden vergoed.
Wanneer maaltijden door collegeleden noodzakelijkerwijs en functioneel buiten het stadhuis/stadskantoor
dienen plaats te vinden is voor een lunch maximaal 12 euro en voor een diner maximaal 20 euro per
persoon beschikbaar. Het collegelid kan de door hem/haar gedane uitgaven per maand declareren
overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 van deze verordening. Een declaratie per factuur of het gebruik
van de creditcard wordt afgehandeld overeenkomstig het bepaalde in artikel 22 en 23 van deze verordening.
Artikel 6 Dienstauto
1De burgmeester en/of wethouder kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken
van een dienstauto met chauffeur.
2. De dienstauto met chauffeur kan door de burgemeester ook worden gebruikt voor het reizen tussen
de woning en plaats van tewerkstelling.
3. De burgemeester en /of wethouder kunnen voor reizen de dienstauto gebruiken ten behoeve van
nevenfuncties die de burgemeester respectievelijk de wethouder vervult uit hoofde van zijn ambt.
4. Indien de burgemeester en/of wethouder voor reizen ten behoeve van in het derde lid bedoelde
nevenfuncties gebruik maakt van de gemeentelijke dienstauto en daarvoor van een derde ook een
vergoeding van reiskosten ontvangt, wordt die vergoeding in de gemeentekas gestort
Toelichting:
Als onderdeel van de bedrijfsvoering kan de gemeente een dienstauto met chauffeur voor zakelijk gebruik
beschikbaar stellen aan de burgemeester en wethouders. De dienstauto is niet beschikbaar voor
privégebruik. Een sluitende rittenadministratie wordt bijgehouden met vermelding van doel en omschrijving
van de rit. De burgemeester maakt alleen gebruik van de dienstauto woon-werkverkeer. Overwegingen
hierbij zijn veiligheid, bereikbaarheid, efficiency en representatie.
In relatie tot het gebruik van de dienstauto gelden voor de wethouders de volgende spelregels:
1. Dienstauto's zijn als regel beschikbaar op werkdagen van 7.30 - 18.30 uur, met uitzondering van
punt 12.
2. Als regel zijn dienstauto's voor de wethouders niet beschikbaar in het weekend, met uitzondering
van punt 12.
3. Als regel zijn dienstauto's voor de wethouders niet beschikbaar na 18.30 uur, tenzij dit uitgangspunt
onbillijk of onredelijk zou zijn.
4 Voor avondgebruik van de dienstauto wordt vooraf overlegd met de gemeentesecretaris.
5. De dienstauto is voor wethouders niet beschikbaar voor woon-werkverkeer.
6. De dienstauto heeft als begin- en eindpunt voor dienstritten het stadskantoor. In de situatie dat een
wethouder des avonds thuis wordt afgezet komt deze als regel de volgende ochtend op eigen
gelegenheid naar het stadskantoor.
7. Wethouders komen op eigen gelegenheid naar het stadskantoor. Bij gebruik van de eigen auto
ontvangen de wethouders, desgewenst, op eigen verzoek een vergoeding van €0,15 per kilometer,
maandelijks op declaratiebasis (peildatum: 01-10-2009).
8. Voor dienstreizen buiten de stad maakt een wethouder als dat mogelijk en niet onredelijk is in
verband met tijdsbeslag gebruik van de trein (1e klasse), eventueel in combinatie met een (trein)taxi.
De kosten hiervoor kunnen maandelijks door het collegelid worden gedeclareerd bij de gemeente.
