Toelichting bij Afvalstoffenverordening Breda 2009
Aanbesteden betreft een vorm van inkopen. De Europese aanbestedingsrichtlijnen zijn onder
andere opgesteld om binnen de Europese Unie en ten behoeve van het tot stand komen van
een interne markt, de vrije, eerlijke concurrentie te stimuleren. Daarnaast zou een goede
toepassing van de richtlijnen opdrachtgevers moeten brengen tot een professioneler
inkoopproces, waarbij integriteit van het bestuur, transparantie en het verkrijgen van het
beste product tegen de voordeligste prijs (besparingen én efficiëntie derhalve) hoog in het
vaandel staan. In de praktijk betekent toepassing van de richtlijnen, dat - voordat gemeenten
contracten sluiten voor de uitvoering van (bouw)werken, voor leveringen of voor
dienstverlening aan de gemeente - moet worden bekeken of de desbetreffende opdracht
volgens een Europese procedure dient te worden aanbesteed.
De Europese aanbestedingsregels kunnen bij het inzamelen van afval in een gemeente van
toepassing zijn op de aanschaf van middelen zoals (ondergrondse) afvalcontainers,
inzamelvoertuigen en minicontainers. Ook het uitbesteden aan de inzameldienst dient in
vrijwel alle gevallen Europees te gebeuren. Uitzondering hierop is de inzameldienst die
volledig eigendom is van de overheid (of in volledig eigendom van meerdere overheden).
Volgens de Europese aanbestedingsregels moet er bij een aanbesteding een
medecontractant zijn die juridisch wordt onderscheiden van de aanbestedende dienst. Deze
ontbreekt wanneer de aanbestedende dienst de dienst zelf verricht, bijvoorbeeld wanneer
een gemeente een eigen interne dienst bepaalde opdrachten geeft. In een dergelijk geval is
er sprake van inbesteden. De aanbestedingsregels zijn dan niet van toepassing en de
gemeente kan de interne dienst de opdracht zonder meer gunnen. Inbesteden is slechts
mogelijk onder zeer strikte voorwaarden, die nader zijn uitgewerkt in de rechtspraak van het
Europese Hof van Justitie. [Zie ondermeer HvJ EG 18 november 1999, C-107/98 (Teckal-
arrest), HvJ EG 11 januari 2005, zaak C-26/03 (Stadt Halle), HvJ EG 13 oktober 2005, C-
458/03 (Parking Brixen).]
Voor overige vragen over aanbesteden wordt verwezen naar de website van Europa
Decentraal: www.europadecentraal.nl.
Derde lid: Voorschriften en beperkingen
De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 1.4 model-APV: Voorschriften en beperkingen.
Deze voorschriften en beperkingen worden vervolgens nader gespecificeerd in het
uitvoeringsbesluit. De voorschriften en beperkingen kunnen voortvloeien uit het gemeentelijk
afvalbeleidsplan.
Belang van de bescherming van het milieu
De gemeenteraad stelt op grond van artikel 10.23, eerste lid, Wm in het belang van de
bescherming van het milieu een afvalstoffenverordening vast. De voorschriften of
beperkingen die krachtens de afvalstoffenverordening aan de inzameling kunnen worden
verbonden, beogen dus het belang van het milieu te beschermen.
De memorie van toelichting zegt over artikel 10.23, eerste lid, Wm nog het volgende: "De
gemeenten zijn gehouden om een afvalstoffenverordening vast te stellen. De regels worden
vastgesteld in het belang van het milieu. Dat is ruimer dan de doelmatige verwijdering van
afvalstoffen. Ook regels die beogen de milieuaspecten van handelingen met afvalstoffen te
beperken, zijn daardoor mogelijk. Men denke aan een verbod om ter voorkoming van
(geluids-)overlast afvalstoffen in te zamelen voor zeven uur 's ochtends."
Vierde lid: lex silencio positivo
Het gaat hier om de aanwijzing van inzamelaars van diverse soorten afval. Een lex silencio
positivo is hier niet wenselijk om dwingende redenen van algemeen belang, met name de
bescherming van het milieu en de volksgezondheid. Daarnaast is een deugdelijk en goed
geordende afvoer van huis- en ander afval meer in het algemeen van groot maatschappelijk
4
Gemeente Breda