Toelichting bij Afvalstoffenverordening Breda 2009
regels worden gesteld omtrent het op een voor het publiek zichtbare plaats aanwezig hebben
van afvalstoffen.
Artikel 10.25, onder c, Wm geldt voor de opslag van alle afvalstoffen (zie ook de toelichting
bij artikel 1 en artikel 23 van deze verordening). Net als bij de bepalingen over zwerfafval, die
zijn gebaseerd op artikel 10.25, onder a en b, Wm is ook hier sprake van facultatief
medebewind.
APV
In de model-APV is een soortgelijke bepaling opgenomen. Op grond van het tweede lid kan
het college ontheffingen verlenen op het verbod om onder andere afvalstoffen en
autowrakken op te slaan voor buiten de weg gelegen plaatsen. Door het opnemen van deze
bepaling in de model-afvalstoffenverordening is het artikel uit de model-APV - alleen - voor
wat betreft het aanwijzen van plaatsen voor afvalstoffen en autowrakken komen te vervallen.
Artikel 22 beoogt het belang van het milieu te beschermen. Ten aanzien van autowrakken
die op de weg zijn geplaatst heeft het artikel in de APV een aanvullend motief op grond van
de verkeersveiligheid.
Artikel 23. Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden
Wettelijk regime autowrakken
De regelgeving voor autowrakken is in 2002 drastisch gewijzigd. Op 8 mei 2002 is de
wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen, Staatsblad 2001, 346)
gedeeltelijk in werking getreden. Op 2 juli 2002 is het Besluit beheer autowrakken
(Staatsblad 2002, 259) in werking getreden. Het nieuwe Besluit Beheer Autowrakken (hierna
te noemen BBA) verplicht autofabrikanten om een hoogwaardig inname- en
verwerkingssysteem voor autowrakken op te zetten.
Definitie autowrak
Het begrip autowrak wordt in artikel 1, onder b, BBA als volgt gedefinieerd: "voertuig dat een
afvalstof is in de zin van artikel 1.1 lid 1 van de Wm".
De Wet milieubeheer definieert het begrip afvalstof als: "alle stoffen, preparaten of andere
productenwaarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet
ontdoen".
Door deze definities wordt een autowrak altijd aangemerkt als afvalstof en valt hiermee dus
onder de werking van deze bepaling.
In de Nota van toelichting van het BBA wordt nader ingegaan op het begrip autowrak.
"De houder van een voertuig zal zich doorgaans zich daarvan ontdoen, voornemens zijn zich
daarvan te ontdoen of zich daarvan moeten ontdoen, wanneer het voertuig rijtechnisch in
onvoldoende staat verkeert en het niet meer op rendabele wijze in een rijtechnisch
voldoende staat is te brengen. Een motorrijtuig verkeert in een rijtechnisch onvoldoende
staat wanneer het niet voldoet aan de wettelijke inrichtingseisen, genoemd in de
wegenverkeerswetgeving of aan de apk-eisen of andere ernstige technische gebreken kent,
bijvoorbeeld of essentiële onderdelen zijn gedemonteerd. Voor het beantwoorden van de
vraag of een voertuig op rendabele wijze weer in rijtechnisch voldoende staat te brengen is,
kan worden uitgegaan van de richtprijzen voor gebruikte voertuigen en van de door garages
en schadeherstelbedrijven gehanteerde tarieven voor reparatiewerkzaamhedenDe
vraag of sprake is van een autowrak zal van geval tot geval door een persoon belast met de
handhaving bepaald moeten worden op grond van de wet- en regelgeving en de
jurisprudentie terzake.
Er is dus sprake van een autowrak indien een voertuig niet meer op economisch rendabele
wijze in rijtechnisch voldoende staat is te brengen.
Opslag van autowrakken in inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer
20
Gemeente Breda