Toelichting bij Afvalstoffenverordening Breda 2009
De provincie is bevoegd gezag voor Wm-inrichtingen die vijf of meer autowrakken opslaan.
Het college van de gemeente is bevoegd gezag voor inrichtingen die onder de werking van
het Besluit inrichtingen voor motorvoertuigen milieubeheer vallen. In dergelijke inrichtingen is
de opslag van maximaal vier autowrakken toegestaan.
Zich ontdoen van een autowrak door huishoudens
Dit artikel is een uitwerking van artikel 6 BBA. Hierin is de afgifte van autowrakken door
huishoudens geregeld. Op grond van artikel 6 BBA moeten gemeenten in hun
afvalstoffenverordening bepalen dat een autowrak, zijnde een huishoudelijk afvalstof, slechts
mag worden afgegeven aan autodemontagebedrijven, garages en
autoschadeherstelbedrijven of aan een persoon die in een ander land dan Nederland is
gevestigd (onder strikte voorwaarden).
Op grond van artikel 7 BBA worden autowrakken, afkomstig van huishoudens uitdrukkelijk
uitgezonderd van de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van huishoudelijk afval.
PARAGRAAF 7. SLOTBEPALINGEN
Artikel 24. Strafbepaling
De tekst van dit artikel sluit aan bij artikel 6.1 model-APV: Strafbepaling.
Aanduiding strafbare feiten
In dit artikel worden de bepalingen opgesomd die als strafbaar feit worden aangeduid om
strafrechtelijk te kunnen worden gehandhaafd. De strafbaarstelling van artikel 10.23 Wm
over de gemeentelijke afvalstoffenverordening is geregeld in de Wet op de economische
delicten (Wed). Aangezien niet alle bepalingen in de afvalstoffenverordening zich voor
strafrechtelijke handhaving lenen, is de strafbaarstelling geclausuleerd.
Artikel 1a, aanhef, onder 3° Wed luidt: "Economische delicten zijn eveneens: overtredingen
van voorschriften, gesteld bij of krachtens: de Wet milieubeheer, 10.23 - voor zover
aangeduid als strafbare feiten - enIn de afvalstoffenverordening moet daarom worden
aangegeven welke overtredingen (lees: de overtreding van welke artikelen) een strafbaar feit
opleveren. Uitsluitend indien dat het geval is, vormt de overtreding een economisch delict in
de zin van artikel 1a, onder 3° Wed.
In dit kader is tevens van belang dat de afvalstoffenverordening tijdig wordt aangepast aan
een eventuele wijziging van hogere wetgeving. Zo werd in een uitspraak van de rechtbank
Zwolle (d.d. 14 december 2004, LJN:AR7488, 07.750227-03) overwogen, dat de APV ten
tijde van het bewezen verklaarde feit nog niet was aangepast aan de wijziging van de Wet
milieubeheer, zodat het gedrag in strijd met de verordening niet uitdrukkelijk is aangeduid als
strafbaar feit. De rechtbank bepaalde dat niet was voldaan aan het vereiste van de Wed en
dat alleen sprake was van een economisch delict, indien de betreffende gedraging is
aangeduid als strafbaar feit en besluit tot ontslag van alle rechtsvervolging.
Als strafbaar feit aangeduide bepalingen uit de model-Afvalstoffenverordening
Gedragingen in strijd met de volgende artikelen van de model-Afvalstoffenverordening
kunnen worden aangeduid als een strafbaar feit in de zin van artikel 1a, onder 3° Wed:
Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing
Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan
anderen
Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door
anderen dan de gebruikers van percelen
Afzonderlijk ter inzameling aanbieden
Ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
Dagen en tijden voor het ter inzameling aanbieden
Artikel
6
Artikel
7
Artikel
8
Artikel
9
Artikel
10
Artikel
11
91
Gemeente Breda