Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 35256]
Dienst/afdeling: RO/SE
Beoordeling
De stelling van reclamant is onjuist. De feitelijke situatie van burgers en de bedrijven in het plangebied
wijzigt niet. Ook worden er geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt in het bestemmingsplan. Voor
de burger ontstaat wel de rechtszekerheid dat geluidhinderlijke bedrijven zich niet meer kunnen vestigen
op locaties grenzend aan woonwijken. Met betrekking tot 'het protesteren' tegen nieuwe of gewijzigde
bouwwerken en/of inrichtingen kan worden medegedeeld dat voor het bouwen van bouwwerken over het
algemeen een bouwvergunning benodigd is. Tegen het verlenen van een dergelijke vergunning kan men
bezwaar maken. Voor het oprichten/wijzigen van inrichtingen is een milieuvergunning of melding nodig.
Ook in dat kader staat een aparte rechtsbescherming open.
6. Stichting Bewonerskomitee Haagse Beemden
6a.
Reclamant stelt dat binnen het onderhavige bestemmingsplan geen rekening is gehouden met het
wegverkeerslawaai van toekomstige ontwikkelingen zoals de invulling als logistiek centrum van het
huidige "Holleman-terrein", de komst van een Hörnbach filiaal en de ontwikkelingen van de NAC P2-
locatie.
Beoordeling
Het klopt dat binnen het onderhavige parapluplan geen rekening wordt gehouden met het
wegverkeerslawaai van eventuele toekomstige ontwikkelingen. Dit is ook niet nodig daar het parapluplan
geen ontwikkelingen mogelijk maakt. Het betreft een voornamelijk papieren sanering. De genoemde
ontwikkelingen zijn reeds mogelijk op basis van het huidige bestemmingsplan (Hörnbach) of worden
mogelijk gemaakt door nog op- of vast te stellen bestemmingsplannen. Bij het opstellen van deze
bestemmingsplannen dient onder meer nader ingegaan te worden op het wegverkeerlawaai. Het
onderhavige plan ziet alleen toe op het verkleinen van de geluidzone betreffende industrielawaai en hoeft
derhalve geen rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen.
6b.
In paragraaf 2.2 wordt de laatste alinea beëindigd met:"... doordat de gevolgen van toekomstige
bedrijfswijzigingen voor de geluidemissie van het gezoneerd industrieterrein niet meer in beeld hoeven te
worden gebracht" hetgeen volgens reclamant inhoudt dat eventuele toekomstige wijzigingen in
bedrijfsinrichtingen welke meer geluidemissie produceren zondermeer zijn toegestaan. Dit is voor
reclamant onacceptabel.
Beoordeling
Het klopt dat de gevolgen van toekomstige bedrijfswijzigingen voor bedrijven die niet langer gelegen zijn
binnen de geluidzone industrie voor de geluidemissie van het gezoneerd industrieterrein niet meer in
beeld hoeven te worden gebracht in het kader van de zonebewaking. Dit betekent niet dat dan
zondermeer meer geluidemissie is toegestaan. De bedrijven moet blijven voldoen aan de geluidsnormen
gesteld op basis van de Wet milieubeheer,ook na toekomstige bedrijfswijzigingen. Daar komt bij dat op
bedrijfslocaties die niet langer tot de geluidzone industrie behoren expliciet in het nieuwe
bestemmingsplan is vastgelegd dat de vestiging van inrichtingen zoals opgenomen in artikel 2.4 van het
Inrichtingen- en vergunningsbesluit milieubeheer (Ivb), de zogezegde grote lawaaimakers, is uitgesloten.
6c.
Reclamant is verontrust omtrent de gevolgen voor de woningen aan de oostzijde van de wijk 'Haagse
Beemden' gelet het vaststellen van een uiterst grenswaarden.
Beoordeling
Bij het vaststellen van de hogere waarden vanwege industrielawaai vervallen de eerder vastgestelde
hogere grenswaarden. In de praktijk zal voor deze situatie te allen tijde een lagere hogere grenswaarde
worden vastgesteld dan nu het geval is. Kortom de aanpassing van de geluidzone industrie heeft een
positief effect.
-6-