Gemeente Breda
Raadsbesluit 1 Registratienr: 35555]
Gebouwd en ongebouwd eigendom
Onder een gebouwd eigendom worden niet alleen constructies van min of meer duurzame aard
verstaan die dienen voor het bewaren van goederen of het beschutten van personen of
goederen tegen atmosferische invloeden. Uit de jurisprudentie volgt dat ook installaties, open
inrichtingen, locaties en dergelijke bouwsels vallen onder het begrip gebouwd eigendom. Zie
inzake zwembad Hoge Raad 7 maart 1979, nr. 19017, BNB 1979/125 (Rotterdam), inzake
aardgaslocatie Hoge Raad 10 december 1980, nr. 19869, BNB 1981/45 (Denekamp), inzake
hoogspanningsmasten Hoge Raad 16 april 1980, nr. 19727, BNB 1980/183 (Beverwijk), inzake
aanlegsteigers Hof Amsterdam 20 oktober 1982, nr. 2049/79, BNB 1984/308, Belastingblad
1985, blz. 114 (Amsterdam), inzake windmolens Hoge Raad 23 februari 1994, nr. 28837, BNB
1994/135, Belastingblad 1994, blz. 301 (Vlissingen) en Hoge Raad 23 februari 1994, nr. 29115,
BNB 1994/136, Belastingblad 1994, blz. 299 (Franekeradeel). Een onroerende zaak die geen
gebouwd eigendom is, moet worden beschouwd als ongebouwd eigendom. Ook indien aan de
grond werkzaamheden zijn verricht of drainage is aangebracht, is sprake van een ongebouwd
eigendom. Zo concludeerde de Hoge Raad op grond van de aard en omvang van de
grondwerkzaamheden bij de aanleg, dat een tennisbaan een ongebouwd eigendom is (Hoge
Raad 13 mei 1987, nr. 24454, BNB 1987/219, Belastingblad 1987, blz. 495). Ook een opstal in
aanbouw is volgens de Hoge Raad een ongebouwd eigendom (Hoge Raad 25 november 1998,
nr. 33944, BNB 1999/19, Belastingblad 2000, blz. 387 (Amsterdam).
Gedeelten
Een gedeelte van een gebouwd of ongebouwd eigendom dat blijkens zijn indeling is bestemd om
als afzonderlijk geheel te worden gebruikt is in beginsel een afzonderlijk belastingobject.
Het gaat daarbij om gedeelten die elk nog als zelfstandige en onafhankelijke eenheid kunnen
worden gebruikt (bijvoorbeeld de woning in een flatgebouw). Gemeenschappelijke ruimten in
een gebouw worden niet aangemerkt als een zelfstandig gedeelte maar moeten evenredig aan
de overige zelfstandige gedeelten worden toegerekend. Dit volgt uit het arrest van de Hoge
Raad van 8 juni 1994, nr. 29859, Belastingblad 1994, blz. 659 (Haren). Uit de jurisprudentie volgt
dat van een zelfstandig woongedeelte sprake is indien een gedeelte redelijk afsluitbaar is en
beschikt over een eigen keuken of kookgelegenheid, douche en toiletruimte. Eventueel kunnen
ook aansluitingen op nutsvoorzieningen, telefoon en kabel een aanwijzing zijn. Zie onder meer
Hoge Raad 9 september 1992, nr. 28352, BNB 1992/341, Belastingblad 1992, blz. 649 (Leiden),
Hof 's-Hertogenbosch 9 oktober 1996, nr. 94/3506, Belastingblad 1998, blz. 348 en Hof
Amsterdam 3 december 1999, nr. 98/1032, Belastingblad 2000, blz. 202 (Zaanstad). Van een
redelijke afsluitbaarheid is sprake indien het gedeelte feitelijk afsluitbaar is. Het afsluitbaar
maken door het alsnog aanbrengen van een deurslot was in de casus van Hof Arnhem
17 februari 1999, nr. 98/1265, Belastingblad 2000, blz. 667, niet voldoende. Een gedeelte van
een kantoorgebouw is blijkens zijn indeling bestemd om als een afzonderlijk geheel te worden
gebruikt als zodanig gedeelte redelijk afsluitbaar is en aldus kan worden gescheiden van de
overige gedeelten van het gebouw (Hoge Raad 16 december 1987, nr. 25015, BNB 1988/91,
Belastingblad 1988, blz. 121 (Amsterdam». Voor een zelfstandig kantoorgedeelte is het niet
voldoende dat een kamer afsluitbaar is (Hoge Raad 8 oktober 2004, nrs. 38443 en 38444,
LJN:AR3500). Indien op een camping sprake is van feitelijk afzonderlijk te onderscheiden
percelen die aan derden worden verhuurd om daarop stacaravans te plaatsen en deze tezamen
met het perceel gebruiken, is op grond van het arrest van de Hoge Raad van 28 september
2001, nr. 36224, LJN: AD3888 (Maarssen), sprake van zelfstandige gedeelten.
Samenstel (complex)
Kenmerkend voor samenstellen is dat de daartoe behorende eigendommen naar de
omstandigheden beoordeeld bij elkaar behoren en door een en dezelfde (rechts)persoon
worden gebruikt. Er zijn dus, naast het eigendom, twee voorwaarden. Allereerst moeten de
eigendommen naar de omstandigheden beoordeeld bij elkaar behoren. Daarbij kan bijvoorbeeld
de afstand tussen de eigendommen een rol spelen. Vaak zal het ene eigendom een hulpfunctie
vervullen voor het andere eigendom. Bijvoorbeeld de garage die naast de woning staat.
- 12 -