Gemeente Breda
Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555]
De eerste mogelijkheid tot kwijtschelding doet zich voor indien belastingschuldige (waarop de
schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard) een akkoord aanbiedt aan
de schuldeisers. De Ontvanger mag hieraan meewerken indien aan de volgende voorwaarden is
voldaan:
1Het te ontvangen deel van de belastingschuld of belastingschulden bedraagt ten minste hetzelfde
percentage van hetgeen aan concurrente schuldeisers op hun vorderingen zal worden uitgekeerd
en is van ten minste dezelfde omvang als kan worden verkregen indien een saneringsplan wordt
vastgesteld.
2. Er zijn reële vooruitzichten aanwezig dat de belastingschuldige in staat is de fiscale verplichtingen
die opkomen na het tijdstip waarop de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen ten aanzien
van hem van toepassing is verklaard, tijdig en volledig na te komen.
3. De Ontvanger wordt noch in uitkeringspercentage noch in tempo van betaling achtergesteld bij
gelijk bevoorrechte schuldeisers.
De kwijtschelding zal alleen worden verleend als het vonnis van homologatie van het akkoord in kracht
van gewijsde zal gaan.
De tweede mogelijkheid tot kwijtschelding doet zich voor indien een (buitengerechtelijk) akkoord wordt
aangeboden terwijl er geen of nog geen sprake is van een door de rechter (al dan niet voorlopig)
uitgesproken saneringsregeling. De Ontvanger kan dan kwijtschelding verlenen indien is voldaan aan
de voorgaande voorwaarden (met uitzondering van het bepaalde inzake homologatie). Daarbij is wel
vereist dat de betreffende belastingschuldige (afgezien van de te vervullen formaliteiten) in
aanmerking zou kunnen komen voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen.
Sinds 1 januari 2003 kan verder kwijtschelding worden verleend voor de belastingschuld, die niet
verifieerbaar is en niet kan worden aangemerkt als een boedelschuld 9. Hierdoor kunnen
belastingschuldigen na afloop van die schuldsaneringsregeling met een 'schone lei' beginnen.
3 Het kwijtscheldingsonderzoek
3.1 Kwijt te schelden belastingschulden
Tenzij de gemeenteraad anders heeft besloten, komen alle geformaliseerde belastingschulden in
aanmerking voor kwijtschelding. Op grond van artikel 229, tweede lid, van de Gemeentewet worden
ook retributies zoals rioolrechten, staangelden en leges aangemerkt als gemeentelijke belastingen
zodat de kwijtschelding ook hierop ziet. De kwijtschelding ziet daarnaast ook op belastingen die in een
afzonderlijke wet zijn geregeld, zoals de afvalstoffenheffing. In artikel 2 van de Kwijtscheldingsregeling
staat vermeld welke gemeentelijke heffingen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Tot de
belastingschuld behoren ook eventuele bestuurlijke boetes die verband houden met de
belastingschuld.10 De vraag of invorderingsrente11 en dwanginvorderingskosten ook kunnen worden
kwijtgescholden, wordt door de gemeentelijke Leidraad positief beantwoord. Hieraan ligt de
redenering ten grondslag dat de rente en dwanginvorderingskosten zijn ontstaan door de hoofdschuld
zodat zij deze hoofdschuld volgen.12 Het is echter ook verdedigbaar dat de rente en
dwanginvorderingskosten zelfstandige schulden zijn.
9 De belastingvordering voor zover die materieel verschuldigd is geworden op een tijdstip of over een tijdvak dat is gelegen na
de saneringsuitspraak kan niet als vordering ter verificatie worden aangemeld bij de bewindvoerder omdat de
schuldsaneringsregeling ten aanzien van die vordering niet werkt. De belastingvordering kan ook niet altijd als boedelschuld
worden gekwalificeerd omdat de vordering niet altijd is ontstaan ten gevolge van een toedoen van de bewindvoerder en de
boedel evenmin altijd is gebaat.
10 Artikel 7, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling. De in dit artikel genoemde heffings- en revisierente komen in de
gemeentelijke belastingpraktijk niet voor.
1 De invorderingsrente is verschuldigd over de belastingschuld die na de laatste betalingstermijn nog openstaat.
12
Meer juridisch: de rente en dwanginvorderingskosten zijn accessoir aan de hoofdschuld.