Gemeente Breda Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555] Zij worden immers vaak afzonderlijk aan de belastingschuldige bekendgemaakt. In dat geval is op grond van artikel 6 van de Invorderingswet de kwijtschelding van toepassing. De zelfstandigheid biedt echter wel de mogelijkheid om voor de rente of dwanginvorderingskosten een eigen (strakker) kwijtscheldingsbeleid te voeren. Zo is volgens de gemeentelijke Leidraad kwijtschelding van uitsluitend invorderingsrente en dwanginvorderingskosten niet mogelijk. 3.2 Systematiek kwijtscheldingsberekening Voor de vraag of een belastingschuldige voor gehele of gedeeltelijke kwijtschelding in aanmerking komt, vindt een vermogens- en een inkomenstoets plaats. Met de vermogenstoets wordt gekeken of er op het moment van de aanvraag voldoende middelen (bezittingen) aanwezig zijn om de openstaande belastingschuld te betalen. Zijn deze middelen aanwezig, dan wordt geen kwijtschelding verleend.14 Ontbreken deze middelen of zijn deze onvoldoende, dan wordt met de inkomenstoets gekeken of er in de nabije toekomst alsnog betalingscapaciteit zal ontstaan waaruit de belastingschuld kan worden voldaan. De verschillende onderdelen van de vermogenstoets worden in onderdeel 4 besproken. De onderdelen van de inkomenstoets worden besproken in onderdeel 5. 3.3 Individuele toetsing Doordat aan elke kwijtschelding een verzoek en een voor bezwaar vatbare beschikking ten grondslag moet liggen, is het een vereiste dat elk kwijtscheldingsverzoek individueel wordt getoetst. Dit geldt ook indien de gemeente ervoor heeft gekozen om het percentage van de kosten van bestaan vast te stellen op 100%. Collectieve kwijtschelding zonder individuele toetsing van bijvoorbeeld bepaalde groepen uitkeringsgerechtigden is niet toegestaan. Zo kan het zijn dat een belastingschuldige bij een gering vermogen wel een bijstandsuitkering ontvangt, maar door het geringe vermogen niet in aanmerking komt voor kwijtschelding. Daarnaast kan er bij elke aanvraag sprake zijn van een bijzondere omstandigheid15 waardoor geen kwijtschelding wordt verleend. Op de mogelijkheid van een vereenvoudigde toetsing van belastingschuldigen die langdurig in een niet veranderende omstandigheid verkeren, wordt ingegaan in onderdeel 6.4. 3.4 Termijnen kwijtschelding Voor de kwijtschelding gelden de volgende termijnen: - indienen verzoek: binnen drie maanden na de (laatste) betaling; - afdoen verzoek: binnen redelijke termijn; indienen beroep: binnen tien dagen na dagtekening beschikking op kwijtscheldingsverzoek; - uitspraak op beroep: binnen redelijke termijn. Gemeentewet, Invorderingswet en Uitvoeringsregeling stellen geen termijnen aan het indienen van het verzoek om kwijtschelding. 15 Zie voor de invorderingsrente artikel 28, 6 en voor de dwanginvorderingskosten Hoofdstuk 75, 10 van de gemeentelijke Leidraad. 14 Indien men met aanwezig vermogen iets heeft aangeschaft terwijl men wist dat de belastingaanslag moest worden voldaan, wordt op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling geen kwijtschelding verleend. 15 Zie onderdeel 2.2. 16 Zie artikel 26, 1, onderdeel 1, van de gemeentelijke Leidraad. 17 Zie ook onderdeel 3.8.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 78