Gemeente Breda Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555] Wel biedt de gemeentelijke Leidraad18 overeenkomstig de Rijksleidraad aan belastingschuldigen die reeds hebben betaald nog tot drie maanden na de betaling de gelegenheid om kwijtschelding aan te vragen. De betalingsonmacht moet zich dan wel op het moment van de betaling hebben voorgedaan. In de wet- en regelgeving is geen afzonderlijke termijn gesteld voor de afdoening van een kwijtscheldingsverzoek. Hoewel de Awb niet van toepassing is op de Invorderingswet, bepaalt de gemeentelijke Leidraad19 dat er echter zo veel mogelijk in overeenstemming met de Awb moet worden gehandeld. Voor de afdoeningstermijn betekent dit dat een kwijtscheldingsverzoek op grond van artikel 4:13 van de Awb binnen een redelijke termijn van acht weken moet worden afgedaan. Onder kennisgeving aan de belastingschuldige kan deze termijn worden verlengd. Overigens leidt een overschrijding van de redelijke termijn niet tot een automatische toekenning van de verzochte kwijtschelding. 3.5 Toetsingsmoment Een kwijtscheldingsverzoek wordt beoordeeld naar de situatie op de dag van het verzoek.20 Dit houdt echter niet in dat er geen rekening hoeft te worden gehouden met positieverbeteringen na deze datum. Zo wordt er geen kwijtschelding verleend als aannemelijk is dat het bedrag kan worden voldaan omdat: binnen twee jaar na het verzoek als gevolg van sterk wisselende inkomsten een hoger inkomen is te verwachten; binnen een jaar na het verzoek een verbetering is te verwachten van de financiële omstandigheden; binnen een jaar na het verzoek een uit te betalen bedrag kan worden verwacht. Hierbij kan worden gedacht aan een teruggaaf waardoor verrekening met de thans openstaande belastingschuld kan plaatsvinden. Indien de teruggaaf niet verrekend kan worden (bijvoorbeeld omdat deze van de rijksbelastingdienst komt) dan dient niet zonder meer het kwijtscheldingsverzoek te worden afgewezen. Het verzoek wordt beoordeeld rekening houdend met de teruggaaf. Heeft de belastingschuldige recht op kwijtschelding, rekening houdend met de teruggaaf, dan moet kwijtschelding worden verleend. 3.6 Conservatoire maatregelen Gedurende de behandeling van het kwijtscheldingsverzoek worden voor de belastingaanslag waarop het verzoek ziet, geen dwanginvorderingsmaatregelen genomen of voortgezet.21 De Ontvanger kan wel conservatoire en executoriale maatregelen nemen als hij aannemelijk kan maken dat er gegronde vrees bestaat op verduistering van de verhaalsgoederen.22 3.7 Beschikking De Ontvanger verleent de kwijtschelding bij voor beroep vatbare beschikking. De beschikking wordt bekendgemaakt door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving. De schriftelijke kennisgeving bevat de conclusie inzake het kwijtscheldingsverzoek alsmede de eventuele voorwaarden waaronder de kwijtschelding wordt verleend.23 -8- 18 Zie artikel 26, 1, onderdeel 1, van de gemeentelijke Leidraad. 19 Zie Inleiding, 1, onderdeel 5, van de gemeentelijke Leidraad. 20 Het toetsingsmoment vloeit voort uit artikel 13, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling. 21 Zie artikel 26, 1, onderdeel 2, van de gemeentelijke Leidraad. 22 Zie artikel 26, 1, onderdeel 11, van de gemeentelijke Leidraad 23 Zie artikel 26, 1onderdeel 5, van de gemeentelijke Leidraad.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 79