Gemeente Breda
Raadsbesluit 2
Registratienr: 35555]
f. Rechten op kapitaalsuitkeringen of prestaties uit levensverzekering, uitsluitend bestaande uit een
kapitaalsuitkering bij overlijden van de belastingschuldige of zijn echtgenoot, mits deze
kapitaalsuitkering is bestemd voor de verzorging van de uitvaart van de belastingschuldige of zijn
echtgenoot, dan wel uit prestaties in natura ter zake van de verzorging van een uitvaart van de
belastingschuldige of zijn echtgenoot.
g. Het persoonsgebonden budget op grond van artikel 44, eerste lid, onderdeel b, van de AWBZ of
artikel 14a van de Zorgverzekeringswet.31
h. Bij personen die een uitkering genieten ingevolge de Wet inkomensvoorziening kunstenaars
('Wikkers'), blijft buiten aanmerking het vermogen dat noodzakelijk is voor de uitoefening van het
beroep van kunstenaar.32
Eigen huis33
Het eigen huis is voor de vermogenstoets niet vrijgesteld. Doordat de hypotheek echter als schuld
wordt aangemerkt (zie ook onderdeel 4.2 hierna) behoort per saldo alleen de 'overwaarde' van het
huis (uitgaande van de waarde in het economische verkeer) tot het vermogen van belastingschuldige.
Overigens biedt de gemeentelijke Leidraad ten aanzien van personen die hun laatste levensjaren in
hun eigen huis willen slijten een bijzondere regeling.
In uitzonderlijke gevallen kan de Ontvanger aan deze specifieke groep belastingschuldigen op grond
van onverdedigbare hardheid afzien van de prompte invordering en overgaan tot uitstel van betaling
gedekt door een hypothecaire lening op de woning.
4.2 Schulden
Bij de berekening van de betalingscapaciteit wordt geen rekening gehouden met schulden tenzij die
schulden hoger bevoorrecht zijn dan rijksbelastingbelastingschulden. Het gaat hier met name om
preferente schulden zoals hypotheek- of pandleningen.
5 Inkomenstoets
Indien het vermogen ontoereikend is, wordt gekeken of belastingschuldige in de 12 maanden na het
kwijtscheldingsverzoek voldoende inkomsten zal ontvangen om alsnog de belastingschuld te voldoen.
Uitgangspunt daarbij is dat de belastingschuld alsnog kan worden voldaan uit het positieve verschil
tussen het netto-inkomen en de te verwachten (limitatief genoemde) uitgaven.
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderdelen van de inkomenstoets besproken.
5.1 Inkomsten
Evenals bij de vermogenstoets worden ook bij de inkomenstoets de inkomsten van de echtgenoot34
van belastingschuldige meegenomen in de berekening.
Inkomsten van andere inwonenden zoals ouders, kinderen, kostgangers of kamerhuurders, worden
niet in de berekening van het netto-besteedbaar inkomen van belastingschuldige betrokken. Ook op
andere wijze wordt geen rekening gehouden met een eventuele vergroting van de draagkracht bij de
belastingschuldige.
-11 -
31 Artikel 12, tweede lid, onderdeel e, van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990.
32
Zie artikel 26, 2, onderdeel 19, van de gemeentelijke leidraad.
33 Zie artikel 26, 2, onderdeel 5, van de gemeentelijke Leidraad. Dit beleid is naar aanleiding van kamervragen eveneens
verwoord in de brief van de staatssecretaris van Financiën van 17 juli 1998, nr. AFZ 98/2437, Belastingblad 1998, blz. 710.
34
Zie voor uitleg van het begrip echtgenoot ook onderdeel 5.4.1.