Gemeente Breda
Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555]
Inkomsten uit kostgangers.
Evenals bij kamerverhuur gelden voor de inkomsten uit kostgangers sinds 1 januari 1997 geen
normbedragen meer. Ook hier moeten dus de daadwerkelijke inkomsten worden meegenomen.
Kostgangers zijn personen die tegen betaling kost en inwoning genieten. De kosten die
belastingschuldige maakt om de kostganger te onderhouden worden naar een forfaitair bepaald
bedrag in mindering gebracht op de bruto-inkomsten.39 Op grond van de Algemene bijstandswet kan
met bijdragen van kinderen aan hun ouders rekening worden gehouden in de hoogte van de uitkering.
Is dit niet gebeurd, dan kunnen de bijdragen van de kinderen worden aangemerkt ais inkomsten uit
kostgangers.
Neveninkomsten
Naast inkomsten die zijn onderworpen aan loonbelasting, zijn er ook inkomsten waarover
belastingschuldigen zelf aangifte inkomstenbelasting moeten doen. Voorbeelden van deze
neveninkomsten zijn bijvoorbeeld presentiegelden voor raads- of commissieleden of inkomsten uit
betaald (huishoudelijk) werk voor derden. Verdiensten uit liefhebberij of vriendendienst zoals verkoop
van producten uit de (moes)tuin, inkomsten van een amateurfotograaf of het prijzengeld voor een
amateursporter, zijn niet aan te merken als inkomsten. Incidentele prijzen uit loterijen, prijsvragen of
andere kansspelen zijn evenmin inkomsten. Overigens kunnen gewonnen prijzen wel als bezittingen
voor de vermogenstoets worden aangemerkt.
Rente, dividend
Inkomsten uit vermogen worden ook meegenomen bij de berekening van de kwijtschelding.
Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan rente op (spaar)rekeningen of dividend op aandelen.
Als deze inkomsten voorkomen, moet wel worden bedacht dat de belastingschuldige ook over
bezittingen beschikt. Reeds op grond van de vermogenstoets komt de belastingschuldige dan
waarschijnlijk niet in aanmerking voor kwijtschelding.
Schenkingen.
Bedragen die uit vrijgevigheid van derden worden ontvangen, worden in de inkomenstoets als
inkomsten aangemerkt.
Studiefinanciering.40
Afhankelijk van hun eigen inkomenspositie alsmede die van hun ouders, ontvangen studenten van 18
jaar en ouder een tegemoetkoming of studiefinanciering. De tegemoetkoming voor studenten in het
voortgezet onderwijs bestaat uit een basisbeurs en eventueel een tegemoetkoming in de directe
studiekosten. Studenten in het middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs ontvangen naast een
basisbeurs eventueel nog een aanvullende (prestatie)beurs en (rentedragende) lening. Met
uitzondering van de (rentedragende) lening worden deze vergoedingen als inkomsten aangemerkt.
- 13-
39 Zie artikel 26, 2, onderdeel 15A, van de gemeentelijke Leidraad. Zie ook onderdeel 5.2 van deze handleiding.
40 Zie artikel 26, 2, onderdeel 12, van de gemeentelijke Leidraad.