Gemeente Breda Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555] Inkomsten uit zorgplicht ouders41 Op ouders van kinderen tot 21 jaar rust een zorgplicht. Deze zorgplicht komt ook tot uitdrukking in een lagere bijstandsuitkering van jongeren tot 21 jaar. Financiële bijdragen van ouders aan een belastingschuldige onder de 21 jaar worden aangemerkt als inkomen van de belastingschuldige. Het kan daarbij gaan om directe financiële steun (week- of maandgeld) en om indirecte financiële steun (betalen van huur of andere vaste lasten). Bijdragen in natura (een volle boodschappentas) blijven buiten beschouwing. Bijzondere bijstand jongeren 42 Bijzondere bijstand wordt in het algemeen niet tot de inkomsten gerekend omdat de bijzondere bijstand bestemd is voor bestrijding van specifieke kosten waarin de reguliere bijstandsuitkering niet voorziet. Een uitzondering op deze regel vormt de bijzondere bijstand voor jongeren tot 21 jaar waarbij de ouders om welke reden dan ook niet voldoen aan hun zorgplicht. De bijzondere bijstand voor deze jongeren dient ter aanvulling op de zeer lage bijstandsnorm en moet wel als inkomen worden aangemerkt. 5.1.4 Geen inkomsten Uit diverse regelingen, toelichtingen en kamervragen kan worden opgemaakt dat de volgende bijdragen aan belastingschuldige niet zijn aan te merken als inkomsten: - kinderbijslag;43 - kinderopvangtoeslag;44 - leningen studiefinanciering;45 persoonsgebonden budgetten.46 Een persoonsgebonden budget wordt aan personen toegekend voor het inkopen van zorg op maat bij langdurige verpleging en verzorging, verstandelijk gehandicaptenzorg en geestelijke gezondheidszorg. Naast een bedrag dat via de Sociale Verzekeringsbank wordt uitgekeerd, ontvangt de gerechtigde zelf ook een bedrag: - een eenmalige premie (maximum vanaf 1 januari 2009: 2.196,-) die volgens het college bijdraagt aan iemands arbeidsinschakeling;47 - een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk van ten hoogste 95,- per maand met een maximum van 764,- per jaar, dan wel een kostenvergoeding voor het verrichten van vrijwilligerswerk in het kader van een voorziening gericht op arbeidsinschakeling als bedoeld in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de wet van ten hoogste 150,- per maand met een maximum van 1500,- per jaar;48 - 14- Zie artikel 26, 2, onderdeel 13, van de gemeentelijke Leidraad. 42 Zie artikel 26, 2, onderdeel 13, van de gemeentelijke Leidraad. 43 Artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling. 44 Artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling. 45 Zie artikel 26, 2, onderdeel 16, van de gemeentelijke Leidraad. 46 Artikel 14, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling. Zie ook artikel 26, 2, onderdeel 13,van de gemeentelijke leidraad. 47 Zie artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 4, van de Uitvoeringsregeling en artikel 31, tweede lid, onder j, van de Wet werk en bijstand (WWB). 48 Zie artikel 14, eerste lid, onderdeel c, onder 4, van de Uitvoeringsregeling en artikel 31, tweede lid, onder k, van de Wet werk en bijstand (WWB) en artikel 7 en 7a van de Regeling WWB. De bedragen worden geïndexeerd met het percentage waarmee de vrijgestelde vrijwiiligersvergoeding van artikel 2, zesde lid, Wet op de loonbelasting 1964 wijzigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2009 | | pagina 85