Gemeente Breda
Raadsbesluit 2 Registratienr: 35555]
In tegenstelling tot het verleden hoeft in deze systematiek geen rekening meer te worden gehouden
met woningdeling omdat de Algemene bijstandswet aan gemeenten de mogelijkheid biedt hiermee
rekening te houden bij het vaststellen van de individuele uitkering.
Voor werkenden hoeft niet te worden gekeken wat zij op grond van de gemeentelijke regels aan
bijstand zouden ontvangen. Aangenomen wordt dat deze belastingschuldigen met dit feitelijk genoten
inkomen kunnen voorzien in hun levensonderhoud omdat zij anders aanvullende bijstand zouden
ontvangen. Binnen de grenzen van de bandbreedte worden de kosten van bestaan voor deze
belastingschuldigen berekend over de feitelijke inkomsten.
5.3.4 Percentage kosten van bestaan
De Uitvoeringsregeling stelt de kosten van bestaan op 90% van de inkomsten. Op grond van artikel
255 van de Gemeentewet hebben gemeenten echter de mogelijkheid om dit percentage lager of
hoger vast te stellen. De gemeenteraad van Breda heeft de kosten van bestaan in de
Kwijtscheldingsregeling vastgesteld op 100%.
6 Andere vergelijkbare maatregelen
Indien een belastingschuldige niet in aanmerking komt voor (gehele) kwijtschelding, staan de
gemeente nog enkele andere mogelijkheden ter beschikking waardoor alsnog tegemoet kan worden
gekomen aan de moeilijkheden bij de belastingbetaling. Deze mogelijkheden zijn:
1. uitstel van betaling;
2. oninbaar verklaren;
3. niet verder bemoeilijken;
4. buiten de heffing laten.
Deze mogelijkheden worden in dit hoofdstuk globaal toegelicht. Voor een nadere uiteenzetting wordt
verwezen naar de gemeentelijke Leidraad.
6.1 Uitstel van betaling
De Ontvanger kan uitstel van betaling verlenen56 indien de belastingschuldige wel voldoende
vermogen of inkomsten heeft om de belastingschulden te voldoen maar deze om welke reden dan ook
niet direct kan vrijmaken voor belastingbetaling. Aan dit uitstel kunnen voorwaarden worden gesteld
over de tijdsduur en eventuele tussentijdse betalingen. Uitstel van betaling heeft echter alleen zin
indien verwacht mag worden dat in de nabije toekomst alsnog verbetering in de financiële positie van
belastingschuldige komt. Nadeel van deze mogelijkheid is wel dat belastingschuldige na de enige of
laatste vervaldag invorderingsrente verschuldigd is over het dan nog openstaande bedrag.
6.2 Oninbaar verklaren
Oninbaar verklaren57 is het om pragmatische redenen achterwege laten van invorderingsmaatregelen.
De redenen voor oninbaar verklaren kunnen verschillend zijn. Het besluit tot oninbaar verklaren wordt
genomen door het college van burgemeester en wethouders en ontheft de Ontvanger van de
verplichting om verdere pogingen tot invordering te doen. De beslissing tot oninbaar verklaren wordt
niet aan de belastingschuldige medegedeeld. Juridisch heeft het oninbaar verklaren geen gevolgen.
De schuld gaat niet teniet en de belastingschuldige kan ook geen beroep doen op het door het college
genomen besluit tot oninbaar verklaren, zo hij daarvan al op de hoogte is.
- 19-
55 Artikel 25, eerste en tweede lid, van de Invorderingswet en artikel 25 van de gemeentelijke Leidraad.
57 Artikel 255, vijfde lid, van de Gemeentewet.