Gemeente Breda
Registratienr: 35388]
RaadsvoorstelDienst/afdeling: VSZ
Andere verschillen met de Maatregelen- en Handhavingsverordening WWB liggen met name in de
verwijzingen naar de WWB en de WIJ en hun specifieke begrippen. Deze aanpassingen zijn vooral
tekstueel van aard.
Toeslaqenverordening
De "Verordening algemene bijstand Breda 2003" dateert van 2003. Deze verordening is met de invoering
van de WWB per 1 januari 2004 niet gewijzigd, maar de WWB is van toepassing verklaard op de
verordening. Deze verordening is nog steeds van toepassing.
De invoering van de WIJ per 1 oktober 2009 maakt een aanpassing van de huidige verordening
noodzakelijk. De huidige verordening is van toepassing op belanghebbenden in de leeftijd 21 tot 65 jaar.
Artikel 12, eerste lid, onderdeel e van de WIJ vraagt de gemeenteraad in een verordening vast te leggen
wanneer en voor welke toeslagen een jongere van 21 tot 27 jaar in aanmerking kan komen.
Daarnaast is het beleid sinds 2004 op grond van wetswijzigingen, jurisprudentie en
beleidsuitgangspunten vervallen en/of achterhaald. Het opstellen van een nieuwe gecombineerde
toeslagenverordening WWB en WIJ biedt daarom de kans om deze wijzigingen in beleid in de nieuwe
verordening op te nemen.
De WWB en de WIJ kennen een zelfde normensystematiek. De bijstand en de inkomensvoorziening
bestaan uit een rijksgeregeld deel (de norm) die binnen bepaalde grenzen verhoogd of verlaagd kan
worden op grond van gemeentelijk beleid (toeslag en verlaging). Het recht op toeslag bestaat als en voor
zover de belanghebbende hogere algemeen noodzakelijke kosten van bestaan heeft, dan waarin de
basisnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van deze kosten met een ander.
Binnen de gestelde randvoorwaarden staat het de gemeenten vrij om eigen beleid te voeren over de
hoogte van de toeslagen en verlagingen.
Dit gemeentelijk beleid moet door de gemeenteraad in een verordening worden vastgelegd. Dit staat in
artikel 8, eerste lid, onderdeel c en artikel 30, eerste lid WWB en in artikel 12, eerste lid, onderdeel e en
artikel 35, eerste lid WIJ. Deze verordening wordt gecombineerd en wordt de Toeslagenverordening
Breda 2009.
Voorstellen
Hieronder worden een aantal voorstellen toegelicht. Het betreft nieuwe keuzes die afwijken van de reeds
bestaande verordening. Gekozen is voor een strenger regime voor de jongere tot 27 jaar.
Het uitgangspunt is immers dat de jongere aan de slag gaat met het werkleeraanbod; de
inkomensvoorziening is slechts een afgeleide. De inkomensvoorziening mag niet "aantrekkelijker" zijn.
In afwijking van het geldende toeslagenbeleid wordt door het college aan de raad voorgesteld om in de
Toeslagenverordening Breda 2009 de volgende keuzes te maken:
1de schoolverlater heeft na het beëindigen van zijn opleiding gedurende 6 maanden geen recht op
een toeslag; in de huidige verordening heeft de schoolverlater wel recht op een toeslag,
afhankelijk van zijn woonsituatie. Dit is bedoeld om de schoolverlater gedurende het eerste half
jaar niet in een veel betere financiële positie te brengen als toen hij nog aangewezen was op
studiefinanciering of een tegemoetkoming volgens de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en
schoolkosten. Er wordt daarbij geen onderscheid gemaakt naar een (voormalig) uit- of
thuiswonende student of scholier.
2. de toeslag voor 21 en 22 jarigen wordt, gezien de leeftijd en de hoogte van het wettelijk
minimumloon, lager vastgesteld, namelijk op 10%; de reden is om de inkomensvoorziening in
ieder geval lager te houden dan het wettelijk minimumloon. In de huidige verordening is er een
verschil tussen 21 en 22 jarigen, dat in de praktijk al niet meer werd toegepast vanwege
onredelijkheid.