Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 35487] Agendapuntnummer: 1d. Aantal bijlagen: - 2 - Onderwerp Verordening Bodemsanering. Voorgesteld besluit 1 De Verordening Bodemsanering in te trekken per 1 maart 2010. Inleiding Sinds 1 januari 2002 is de Gemeente Breda bevoegd gezag voor de toepassing van de Wet bodembescherming (Wbb). In het kader van deze bevoegdheid heeft uw gemeenteraad bij besluit van 19 december 2002 nadere regels gesteld voor saneringen van bodemverontreiniging in de Verordening Bodemsanering. Deze regels hebben betrekking op de inspraak en de voorbereidingsprocedure van besluiten, de inhoud en de vorm van de aanvragen en de betrokkenheid van derden bij de uitvoering van een sanering. Sinds 2002 zijn er diverse wijzigingen in beleid en wetgeving opgetreden die onder meer beogen de bodemsaneringsoperatie te versnellen, procedures te vereenvoudigen en bodemsanering goedkoper te maken Niet langer is de hoofdregel dat bodemverontreiniging geheel verwijderd moet worden maar dat een locatie minimaal geschikt moet worden gemaakt voor de beoogde functie. Ook zijn er sinds 2006 een drietal nieuwe wettelijke plannen geïntroduceerd; het saneringsverslag, het nazorgplan en de mogelijkheid om een melding in te dienen in het kader van een Besluit Uniforme Sanering. U wordt voorgesteld om de Verordening Bodemsanering die achterhaald is en waarvan herziening geen toegevoegde waarde meer geeft, in zijn geheel in te trekken. Beoogd effect van het besluit Met het intrekking van de Verordening Bodemsanering wordt beoogd dat de Gemeente Breda minder regels krijgt waardoor minder drempels worden opgeworpen voor burgers en bedrijvem Het intrekken van de verordening zal verder zorgen voor een kortere proceduretijd (6 weken), minder administratieve handelingen en minder papiergebruik. Uitvoering van het besluit Na besluitvorming volgt publicatie. Indien geen bezwaar wordt ingediend is de intrekking na 6 weken onherrroepelijk. 2. 3. Argumenten 1 Intrekken voldoet aan de algemene wens van deregulering. Vanwege de recessie is het extra gewenst is om minder regels te stellen en daardoor minder drempels om te saneren op te werpen voor burgers en bedrijven. Geconstateerd is dat er geen gebruik wordt gemaakt van de inspraakmogelijkheid die standaard wordt toegepast bij aanvragen in het kader van de Wbb. De verordening roept op dit moment verwarring op over de termijnen waarbinnen een aanvraag afqegeven moet worden. In de verordening wordt namelijk nog gesproken over "verkorte procedure". Daarbij wordt verwezen naar afdeling 4.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Aw De benaming verkorte procedure bestaat echter niet. De Awb kent een standaardprocedure (afdelinq 4.1 en een verlengde procedure (afdeling 3.4). Deze procedures zeggen iets over de inspraak mogelijkheden maar zeggen niets over de termijnen waarbinnen aanvragen moeten zijn Detnspraakprocedure (met een ter visie termijn van 6 weken) werkt vertragend bij het afgeven van beschikkingen. 4. -1-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 18