1C
2°
3°
4°
6°
7°
een beschrijving van de wijze waarop de sanering zal worden uitgevoerd en
van de maatregelen die de sanering mogelijk moeten maken;
een beschrijving van de effecten die met de te treffen saneringsmaatregelen
worden beoogd, waaronder mede begrepen een nadere beschrijving van de
kwaliteit van de bodem die met de sanering zal worden bereikt;
een beschrijving van de te treffen hydrologische voorzieningen met de gekozen
dimensionering en de invloed hiervan op de omgeving;
indien verontreinigde grond zal worden afgegraven of verontreinigd qrondwater
zal worden onttrokken:
de bestemming van die grond of dat grondwater;
indien de grond of het grondwater geheel of gedeeltelijk niet zal worden
gereinigd, de redenen daarvoor;
gegevens over de bestemming van overige afvalstromen die, naast de
verontreinigde grond, vrijkomen bij de sanering;
gegevens over de kwaliteit van de eventueel te gebruiken aanvulgrond;
indien na de sanering verontreiniging in de bodem aanwezig blijft, een
nazorgplan met een beschrijving van de technische, juridische financiële en
organisatorische aspecten van:
de wijze waarop de instandhouding van de isolerende voorzieninqen
worden gewaarborgd;
de wijze waarop het betrokken grondgebied in verband met het isoleren
van die verontreiniging zal worden beheerd;
de maatregelen die zullen worden genomen in verband met
beperkingen die de verontreiniging voor het gebruik van de bodem met
zich brengt;
een beschrijving van de maatregelen die overlast als gevolg van de sanerinq
voorkomen of zoveel mogelijk beperken;
een beschrijving van de veiligheids- en arbeidshygiënische aspecten;
een beschrijving van de ligging van kabels en leidingen;
een beschrijving van de wijze waarop de voortgang van de grondwatersanering
wordt gecontroleerd en hoe over de voortgang wordt gerapporteerd.
d. Financiële gegevens:
een begroting van de kosten van sanering en een overzicht van de financiële middelen
ter dekking van de saneringskosten.
Onverminderd het bepaalde in artikel 39, eerste lid, van de Wet bodembescherming kan het vermelden
in het saneringsplan van gegevens, als bedoeld in het eerste lid, achterwege blijven indien:
bij indiening van het plan wordt aangegeven welke gegevens ontbreken, en
daarbij de reden wordt aangegeven waarom de gegevens ontbreken, en
het sanedr'ing9sepïn0nS °°rdeel C°,le9e noodzakeliJk zÖn voor de beoordeling van
Indiening evaluatierapport
ï2inHalUatieraPS0rIa!S dedoeld in het eerste lid' onder 8-2a sub 11°, dient uiterlijk drie maanden na
beëindiging van de betreffende saneringswerkzaamheden bij het College ingediend te worden. Daarbii
grond Z°t 9 afzonder,lik gerapporteerd over de sanering van de grond en over de sanering van het
8°
9°
10°
11°
Betrokkenheid derden
Artikel 9.Betrokkenheid bii de uitvoering
De betrokkenheid van derden bij de uitvoering geschiedt overeenkomstig Hoofdstuk IV en V van de
Inspraakverordening Breda 1998.