Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 35627]
4. De gemeenschappelijke regeling belastingen, gesloten tussen Oosterhout en Breda wordt voor
wat betreft de heffing en inning van de gemeentelijke belastingen van Oosterhout beëindigd per
01-01-2012, en zal worden voortgezet voor wat betreft de uitvoering van de Wet WOZ. Hiertoe
zullen tzt separate besluiten aan de colleges en raden worden voorgelegd.
5. Tijdens en soms ook na de implementatie van de BWB dienen tijdig de contracten met
leveranciers te worden opgezegd, bv inzake dwanginvordering, buitencontroles, drukwerk en
uiteraard software.
Financieel
Voorstel impliceert begrotingswijziging
De financiële gevolgen van het treffen van de GR en dus het realiseren van een regionaal
belastingkantoor BWB zijn door de projectorganisatie in een afzonderlijk document bij het eindrapport
opgenomen (zie bijlage eindrapport). Samengevat zijn dit de volgende. anfnnnB1(8(ir
1 Het geraamde structurele financiële voordeel voor de gemeente Breda bedraagt ongeveer
1.200.000 in een reguliere situatie. B
Verwacht wordt dat in het eerste jaar van uitvoering als gevolg van "kinderziekten en een
overloopsituatie dit voordeel voor Breda met maximaal 200.000 nadelig kan worden beïnvloed..
2. Uit het eindrapport blijkt dat Etten-Leur financieel nadeel heeft bij de samenwerking. De in het
eindrapport voorgestelde compensatie van dit nadeel gedurende drie jaren (100>66>33 /o)
bedraqen voor Breda het eerste jaar 28.000 en indien meteen de twee belangstellende
gemeenten aansluiten 15.500. In deze jaren is het structurele voordeel derhalve ook iets lager.
3. Het aandeel in de aanloopkosten is voor Breda geraamd op eenmalig 200.000 in 2010 en
eenmalig 300.000 in 2011Onder aanloopkosten wordt verstaan de kosten van
directeur/kwartiermaker, materiële kosten, inhuur adviseurs, testomgevingen, en huur.
4. De desintegratiekosten bedragen voor Breda in 2012 590.000
De desintegratiekosten hebben betrekking op de SSC kosten. Deze kosten kunnen niet meer
worden doorbelast aan de formatie van de afdeling belastingen, aangezien deze overgaat naar
het samenwerkingsverband. Een organisatie als het SSC heeft er gemiddeld dne jaar voor nodig
om de desintegratiekosten terug te brengen naar nul (1 jaar 100% ofwel 590_000, 2 jaar 66 /o
ofwel 390.000, 3e jaar 33% ofwel 195.000). Gelet op de ingangsdatum (2012) kan bovendien
vanaf de besluitvorming (2010) op een aantal onderdelen al worden geanticipeerd door bv een
vacature niet (geheel) in te vullen of contracten op te zeggen.
Bovendien is er de vraag of deze kosten zich inderdaad voordoen, vanwege de aanbesteding van
ondersteunende diensten door de BWB. Indien Breda deze ondersteunende diensten kan en mag
leveren zullen hierdoor de desintegratiekosten ruimschoots worden gecompenseerd.
5. De structurele kosten voor de afdeling "registratiebeheer adressen, gebouwen en waarden na
realisatie en samenvoeging van de wettelijk voorgeschreven basisreg^traties WOZ (bestaan e
taak) en "adressen en gebouwen" (nieuwe taak) bedragen met ingang van 2010 350.000 per
6. De personele frictiekosten worden geraamd op 0. Dit omdat nu al sprake is van bijna 6
vacatures in Breda binnen de over te dragen taakgebieden. Binnen de stuurgroep is afgesproken
dat behoudens uitzonderingssituaties, de vacatures niet worden ingevuld, zodat te zijner tijd de
overdragende organisaties niet worden geconfronteerd met een formatie- of personeelsfrictie.
Gelet op het aantal vacatures binnen de gehele samenwerking is de verwachting dat elke
medewerker kan worden geplaatst, en dat zelfs nog vacatures dienen te worden ingevuld.
7. In het eindrapport is ook sprake van kosten van een regiefunctionaris 35.000), een
contactfunctionaris tussen de deelnemer en de BWB. Indien de bestaande contactfunctionarissen
en contacten tussen de huidige afdeling belastingen en het SSC/FIN alsmede functionele
afdelingen gewoon doorgaan na overgang, is er geen sprake van een separaat aan te stellen
functionaris. Wel zou het goed zijn om ambtelijk een aanspreekpunt binnen het SSC/FIN aan te
wijzen.
-4-