Gemeente Breda Raadsvoorstel Registratienr: 35831] 1. Achmea Rechtsbijstand namens de heer J.A.M. Van Dijk, Overveldsestraat 12 Prinsenbeek. RedamanHs ten eerste van mening dat er sprake is van een recreatiebedrijf, gelet op de activiteiten (jeu de boules binnen en buiten, donkeygolf, handboogschieten, voetbal, een maisdoolhof, een minicamping, tuinopenstelling, opstijgplaats voor ballonvaarten en horeca-activiteiten), die plaatsvinden op het perceel. Verder stelt reclamant dat het plangebied groter dient te zijn, net als bij de eerste partiële herziening. De archeologische waarden van deze gronden dienen ook beschermd te worden. Ten derde wordt aangevoerd dat de planregels en toelichting niet in overeenstemming zijn met de Erfgoedvisie van de gemeente Breda. Een recreatiebedrijf wordt niet wenselijk geacht op deze locatie. Daarom behoudt het perceel ook een aqrarische bestemming. Dit is, gelet op de bedrijvigheid en activiteiten die plaatsvinden op het perceel, de meest passende bestemming. Binnen deze bestemming moeten echter wel bepaalde kleinschalige, niet agrarische (recreatieve) activiteiten inpasbaar zijn in het buitengebied. Dit beleidskader heeft de gemeenteraad van Breda in februari 2007 vastgelegd in de Nota Functieverruiming buitengebied. Er is dan ook geen sprake van een recreatiebedrijf, maar van nevenactiviteiten als bedoeld in voornoemd beleid. Overigens vallen de activiteiten als donkeygolf, handboogschieten, voetbal, maïsdoolhof en ballonvaart buiten het plangebied van hetvooriiggende bestemmingsplan of vinden zelfs niet meer plaats (voetbal). Bij uitspraak van 22 oktober 2009 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bovendien overwogen dat een maatbestemming voor de recreatieve activiteiten, al dan niet in een meeromvattend plan, niet noodzakelijk is. De aanqelegde jeu de boulesbanen, die met dit bestemmingsplan gelegaliseerd worden, de aan te leqqen minicamping en ondergeschikte horeca vallen, anders dan reclamant meent, binnen het plangebied van het voorliggende bestemmingsplan. Het gebruik van de gronden ten noorden hiervan (tot aan de sloot) en de achteroprit/tuin wijzigt niet. De raad heeft op 24 februari 2008 de Erfgoedvisie 2008-2015 vastgesteld. Hiermee is voor de gehele qemeente Breda vastgelegd dat 0,3 meter min het maaiveld zonder aanlegvergunning mag worden ingegrepen in de bodem. De in de planregels opgenomen 0,5 meter is hier inderdaad niet mee in overeenstemming. De planregels (artikel 21a) zijn aangepast door 0,3 meter op te nemen. Conclusie Op grond van bovenstaande beoordeling achten wij de zienswijze gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond. 2. C.M. van Haperen, Overveldsestraat 18 Prinsenbeek Samenvatting Reclamant is ruim 20 jaar werkzaam als tuinder in het gebied. Gevreesd wordt dat zij in hun bedrijfsvoering worden beperkt door de voorliggende bestemmingswijziging. Hierbij wordt aangevoerd dat dit voorkomen kan worden door bepaalde voorwaarden in het bestemmingsplan op te nemen (zoals bijvoorbeeld in het wetsvoorstel dat nu bij de Tweede Kamer ligt inzake de bestemmingswijziging van woning naar plattelandswoning). Reclamant geeft verder aan niet zo zeer bezwaren te hebben tegen de activiteiten die in het voorliggende bestemmingsplan mogelijk worden gemaakt, maar wel tegen de omvang, omdat die nog niet helemaal bekend is. Beoordeling Het voorliggende bestemmingsplan beperkt niet de ontwikkeling van glastuinbouwbedrijven. De gronden behorende bij Overveldsestraat 10 behouden immers de bestemmingen Agrarisch gebied en "Agrarisch Bouwvlak", zodat op deze gronden in de toekomst vestiging van een glastuinbouwbedrijf mogelijk blijft. Verder zijn in het Besluit glastuinbouw (op grond van de Wet milieubeheer) minimale afstanden opgenomen die in acht moeten worden genomen door een glastuinbouwbedrijf ten opzichte van omliggende gevoelige objecten, zoals woonbebouwing en een qebouw of terrein dat is bestemd voor dagrecreatie. De afstand tussen een glastuinbouwbedrijf en een terrein of verblijf dat is bestemd voor verblijf- of dagrecreatie dient minimaal 50 meter te zijn (gemeten vanaf het bouwvlak). -2-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 51