Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 35895]
Voorbereiding -en beheerkosten
Het onderzoek door Gemeente Breda naar de juiste mogelijkheden voor de inzet van de subsidies kost
veel tijd, evenals het administratieve beheer van de dossiers nadat de subsidie is ingezet. Om deze reden
wordt er een bijdrage van 2% aan voorbereiding -en beheerskosten van het subsidiebedrag per project
gevraagd.
Beoogd effect van het besluit
Het Rijk wil door middel van de inzet van subsidiegelden de woningbouw van deze projecten stimuleren.
Het gaat hierbij om woningbouwprojecten die op dit moment niet van start dreigen te gaan of waarvan de
bouw stagneert als gevolg van de kredietcrisis.
Uitvoering van het besluit
Criteria VROM
Het Rijk heeft aan de definitieve verlening van de subisidie een aantal criteria verbonden:
Bij start van de bouw moet een afbouwgarantie ter zekerstelling van het doorgaan van de bouw bij
faillissement van de aannemer of andere betrokkenen bij die bouw zijn afgegeven;
De bouw van alle woningen dient voor 1 juli 2010 zijn gestart;
Het Rijk dient, onder overlegging van relevante stukken, zo spoedig mogelijk in kennis te worden
gesteld van nieuwe omstandigheden die ertoe leiden dat de start bouw niet voor 1 juli 2010
plaatsvindt.
Wet -en regelgeving omtrent staatssteun
Bij de stimuleringsregeling woningbouw, waarbij de Rijksoverheid subsidie geeft aan gemeenten, is er
geen sprake van staatssteun. De gemeenten zijn vervolgens vrij in de wijze waarop zij deze subsidie
besteden aan woningbouwprojecten. De subsidie die de gemeente vervolgens uitgeeft, kan wél
staatssteun vormen als deze aan een onderneming wordt verstrekt. Op basis van de hoogte van de
subsidie zijn er een aantal categorieën te onderscheiden:
Steun onder de €200.000,-: als de gelden op een wijze worden besteed waarbij niet meer dan
€200.000,- over een periode van driejaar aan één onderneming wordt gegeven, valt deze besteding
onder de zogenaamde de-minimisregeling. De-minimissteun wordt niet beschouwd als staatssteun en
kan daarom zonder melding aan het Rijk verleend worden.
Steun onder de "beperkte steun"-drempel van €500.000,- per ondernemer over een periode van 3
jaar: in het kader van de crisis geeft de Europese Commissie (hierna EC genoemd) een mogelijkheid
om maximaal €500.000,- aan staatssteun te verlenen. In praktijk is de toepassing van deze beperkte
vorm van staatssteun bijna hetzelfde als van de-minimissteun. Er zijn echter een paar extra
voorwaarden. Zo moet er achteraf gerapporteerd worden aan de Minister van BZK. Aangetoond moet
worden dat er een link is met problemen door de crisis. Verder moet middels een 'verklaring beperkte
steun' worden aangetoond dat de begunstigde onderneming op 1 juli 2008 nog geen financiële
problemen kende en dat de drempel van 500.000,- niet wordt overschreden.
Bij bedragen boven de €500.000,- is er sprake van staatssteun. Momenteel kan de subsidie boven
deze drempel enkel worden ingezet als bankgarantie of worden verstrekt als een lening tegen
marktconforme rente.
Tot slot zijn er beperkte mogelijkheden om de subsidiegelden anders in te zetten, waarbij zij niet
meetellen tot aan de "beperkte steun'-drempel van €500.000,-. Eén van de mogelijkheden is om de
subsidie in te zetten voor de realisatie van openbare ruimte. De subsidie komt dan niet ten goede aan
één specifieke groep onderneming(en) of burgers. Wel moet er rekening gehouden worden met de
Europese en Gemeentelijke aanbestedingsregels.
Inzet subsidie per project
Na overleg met interne belanghebbenden en de projectontwikkelaars van de twee projecten is er
overeenstemming bereikt over de inzet van de subsidie. Er is besproken dat de subsidie wordt verstrekt
indien er wordt voldaan aan bepaalde voorwaarden en na instemming van het college en de Raad
(instemming met begrotingswijziging). De inzet van de subsidie per project, met de hieraan verbonden
voorwaarden, is als volgt;
-2-