Gemeente Breda
Raadsbesluit Registratienr: 36041]
een collectieve ongevallenverzekering met een dekking voor 24 uur en inclusief
dekking voor het politiek molest risico.
3. Bij overlijden van een raadslid wordt, indien geen uitkering ingeval overlijden
plaatsvindt op basis van de collectieve ongevallenverzekering als bedoeld in het
tweede lid, zo spoedig mogelijk na diens overlijden aan de nabestaande met wie
het raadslid één huishouden vormde, een bedrag ineens uitgekeerd, gelijk aan
de vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid als bedoeld in artikel 3,
eerste lid, over een tijdvak van drie maanden.
4. Onder nabestaande van een raadslid als bedoeld in dit artikel wordt verstaan:
Degene met wie het raadslid was gehuwd c.q. een geregistreerd partnerschap
was aangegaan, dan wel zijn of haar levenspartner waarmee langer dan 6
maanden een gezamenlijke huishouding werd gevoerd.
Artikel 9. Samenloop uitkeringen
1In het geval het raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet
ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze
uitkering ten gevolge van het uitoefenen van het raadslidmaatschap meer
bedraagt dan de in artikel 3, eerste lid, bedoelde vergoeding voor de
werkzaamheden die het raadslid ontvangt, wordt deze vergoeding ten laste van
de gemeente verhoogd tot het bedrag van bedoelde korting.
2. In het geval het raadslid een uitkering op grond van het Besluit Werkloosheid
onderwijs- en onderzoekspersoneel ontvangt en de na toepassing van artikel 6,
vierde lid, van dat besluit ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van het
uitoefenen van het raadslidmaatschap meer bedraagt dan de in artikel 3, eerste
lid, bedoelde vergoeding voor de werkzaamheden van het raadslid ontvangt,
wordt deze vergoeding ten laste van de gemeente verhoogd tot het bedrag van
bedoelde korting.
Artikel 10. Scholing
1. De kosten van deelname van een raadslid aan trainingen, cursussen,
congressen, seminars en symposia welke in het gemeentebelang door of
namens de gemeente worden aangeboden of verzorgd komen voor rekening van
de gemeente.
2. Het raadslid dat wil deelnemen aan een training, cursus, congres, seminar of
symposium dat niet door de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dient
daartoe bij de griffier een gemotiveerde aanvraag in. De aanvraag gaat vergezeld
van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie. De kosten komen voor
rekening van de gemeente als de deelname van belang is in verband met de
vervulling van het raadslidmaatschap. Bij twijfel hieromtrent legt de griffier de
aanvraag ter beoordeling voor aan de voorzitter van de raad die beslist..
3. Het totaal van de door een raadslid te declareren bedragen als bedoeld in het
tweede lid bedraagt per raadsperiode niet meer dan 1/39e deel van het door de
gemeenteraad hiervoor op de begroting in de vorm van een voorziening voor de
gehele raadsperiode beschikbaar gestelde bedrag. De aanvraag wordt door de
griffier afgewezen voor zover het raadslid daarmee het in de eerste volzin van dit
artikel bedoelde bedrag overschrijdt.
4. Het te declareren bedrag door een raadslid die tijdelijk vervangt als bedoeld in
artikel X10 van de Kieswet bedraagt per periode dat dit raadslid optreedt als
vervangend raadslid niet meer dan 16/52e deel van het in het derde lid bedoelde
bedrag.
5. De vergoeding van de in het tweede lid bedoelde kosten vindt plaats door het,
uiterlijk binnen twee maanden na de datum waarop de scholing is afgerond,
rechtstreekse toezenden aan de griffier door het desbetreffende raadslid van de
door hem voor akkoord ondertekende factuur. De motivatie van de aanvraag als
bedoeld in het tweede lid vindt plaats door een door de griffier daartoe
vastgesteld begeleidingsformulier.
6. De griffier stelt jaarlijks een overzicht op waarin per raadslid wordt vermeld het
totaal wat in dat jaar voor scholing aan het raadslid is uitgekeerd en het restant