Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 36343]
De verplaatsing van de supermarkt naar de Stadionlocatie zal hoe dan ook enig effect hebben op de
koopstromen binnen Breda West, maar omdat het van verplaatsing van een bestaande supermarkt betreft
en vanwege de aard van een XL supermarkt zal het effect op specifieke buurtwinkelcentra klein zijn. Er is
bij een XL supermarkt sprake van heel ander koopgedrag dan bij buurtsupermarkten. De effecten van een
XL supermarkt spreiden zich over de hele stad, hierdoor blijft er voor de buurtcentra in de Haagse
Beemden en Tuinzigt perspectief bestaan. BRO komt ook tot deze conclusie in hun rapport Breda, Visie
op de winkelstructuur Haagse Beemden en Tuinzigt (eindconcept, januari 2010)'. Van verstoring van de
bestaande detailhandelsstructuur zal dan ook nadrukkelijk geen sprake zijn.
Aansluitend op het raadsbesluit van 16 juli 2009 heeft BRO opdracht gekregen een visie op de
winkelstructuur in de Haagse Beemden op te stellen en de effecten op winkelcentrum Tuinzigt te bezien.
Uitgangspunt van deze visie is te komen tot een duurzame detailhandelsstructuur. De (economische)
detailhandelsvisie is de eerste stap in het proces te komen tot een (integrale) ontwikkelingsvisie. De
gemeente Breda heeft BRO tevens gevraagd de te verwachten effecten van een XL supermarkt nader te
kwantificeren in relatie tot autonome ontwikkelingen, zoals vergrijzing, bevolkingskrimp, veroudering
winkelcentra, consumentengedrag en veiligheid. Deze zullen indien hiertoe aanleiding is, worden vertaald
in de desbetreffende bestemmingsplannen Haagse Beemden en Tuinzigt-Westerpark. Voor beide
gebieden is de procedure om te komen een actueel bestemmingsplan gestart.
Op basis van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van strijd met het rijks-,
provinciaal, en gemeentelijk beleid.
Ad. 2.
Er worden meerdere belangen nagestreefd met het bestemmingsplan en het ene belang sluit het andere
belang niet uit. Het initiatief voor de ontwikkelingen zijn in gang gezet door de initiatiefnemers HEJA
Projectontwikkeling BV en NAC Breda. Dat neemt niet weg dat door de gemeente Breda primair in het
kader van een goede ruimtelijke ordening vanuit stedenbouwkundig en distributieplanologisch perspectief
naar de ontwikkelingsmogelijkheden is gekeken. Om tot een goed onderbouwde besluitvorming te komen
ten aanzien van de verschillende detailhandelsinitiatieven is in 2007 een distributie planologisch
onderzoek (DPO) gehouden naar de haalbaarheid en effecten nieuwe detailhandelsinitiatieven. De
ontwikkelingen bij het stadion was een van de onderzochte initiatieven. Op basis van het DPO is
geconcludeerd dat er geen sprake zal zijn van een duurzame ontwrichting van de detailhandelsstructuur.
Vervolgens heeft dit geleidt tot een raadsbesluit wat mede de basis is geweest voor het onderhavige
bestemmingsplan.
In paragraaf 1.1 'Aanleiding en doel' van de toelichting van het bestemmingsplan is dan ook opgemerkt
dat vanuit stedenbouwkundig/planologisch perspectief het wenselijk is om ten behoeve van efficiënt7
optimaal ruimtegebruik van het stedelijk gebied nabij het centrum ook buiten de wedstrijden van NAC
het gebied intensiever te gebruiken door verdichting van bebouwing met een gevarieerd programma.
Het bestemmingsplan biedt de gemeente tevens de mogelijkheid om bestaande, slecht gesitueerde
detailhandelsmeters in Breda (West) te herstructureren.
Ad. 3.
Conform de eerdere besluitvorming in de gemeenteraad is het altijd de bedoeling geweest om een
bestaande supermarkt uit Breda-West te verplaatsen, die de mogelijkheid krijgt te vergroten tot een
XL-supermarkt tot een maximum van 6.000 m2 bvo. Artikel 3, lid 3 onder a. van de plan regels wordt
aangepast door een minimum op te nemen van 3.500 m2 bvo en een maximum van 6.000 m2 bvo.
In de regionaal detailhandelsvisie staat: 'Super megasupermarkten 6.000 m2 bvo) worden niet
toegestaan. Van strijd met het regionaal beleid is dan ook geen sprake.
Conclusie
Op grond van het bovenstaande achten wij de zienswijze deels gegrond en deels ongegrond.