Gemeente Breda
RaadsvoorstelRegistrator: I 36343]
5 In het kader van externe veiligheid merkt de wijkraad op dat er sprake is van verhoogd risico
(vervoer gevaarlijke stoffen) door bezoekers, die op zoek zijn naar de afslag voor het
leisurecomplex en geen oog meer hebben voor het overige verkeer.
6. Er wordt aandacht gevraagd voor de sociale veiligheid in de vorm van verlichting langsde
langzaamverkeersroutes en het onderhoud van eventuele begroeiing, (sociale zichtlijnen). Ook
dit is onderdeel van een goede MER.
7 Tot slot wordt aangegeven dat op een ander echelon regelmatig gevraagd is om verbeteringen/
aanoassinqen aan de buurtcentra De Donk en De Berg parallel te laten lopen aan de
ontwikkelingen rondom NAC. Het kan niet zo zijn dat de ontwikkeling van het ene het doodvonnis
van het andere inhoudt.
Beoordeling
^Er is een m e r -procedure opgestart in 2006 n.a.v. het programma wat destijds in de planning stond. In de
afaelopen tijd zijn er echter veel wijzigingen geweest in het programma. Dit heeft er toe geleid dat de
Te TZcedule is gestopt. Het niet zinvol om de in het kader van die procedure ingediende zienswijzen
(alsnog) te behandelen. Op basis van het huidige programma zijn er geen m.e.r.
activiteiten in het gebied. Voor de activiteiten in het gebied, op toeristisch-recreatieve gebie
anderszins is geen m.e.r.(beoordelings)plicht aanwezig. Naast het beoordelen van de drempelwaarden
of er sprake is van een m e.r. (beoordelings)plicht, wordt er eveneens gekeken naar andere bijzondere
omstandigheden zoals gevoelige omgeving, cumulatie of het grensoverschrijdende karakter (conform
bijlage III van de Richtlijn 85/337./EEG en de daarop gebaseerde vaste jurisprudentie
iustitie van de Europese Gemeenschappen). Het is van belang de omstandigheden te öefrekkenb// de
beoordeling of er bij realisatie van dit project sprake is van aanzienlijke milieueffecten. Met strekking tot
demer (beoordelings)plicht is een document opgesteld. Hierin is de conclusie getrokken dat in dlt
gebiedgeen sprake is van bijzondere omstandigheden die het opstellen of het beoordelen vaneen MER
noodzakelijk maken. Bij het beoordelen van de m.e.r.(beoordelings)plicht wordt gekeken "aar de
uitbreiding en niet naar de bestaande capaciteit of mogelijkheden. De ontwikkelingen van he NAC stadion
Tn aan te merken als uitbreiding. De uitbreiding e.g. wijziging is dus getoets aan e
milieueffectrapportage 1994. Overigens zijn alle activiteiten in het gebied getoetst aan het Bes
milieueffectrapportage 1994, dus niet alleen die van toeristisch-recreatieve aard.
Voor wat betreft de aangehaalde lijst van het ministerie kan nog worden opgemerkt dat het in dezejjst
gaat om industrieterrein in het landelijk gebied. Het plangebied Steenakker, Stadionstraat e.o. is echter
gelegen binnen het stedelijk gebied van Breda.
Op bladzijde 2 van de zienswijze wordt verwezen naar tabellen van de verkeersstudie RBOL
De Stichting Bewonerskomitee Haagse Beemden concludeert dat de hoeveelheid extra verkeer
toebedeeld aan de Backer Ruebweg richting A16 laag is (929) volgens tabel 1.6.
Uit de tabel valt echter af te leiden dat op die richting de extra belasting 1.858 motorvoertuigen bedraagt.
Het getal van 929 heeft betrekking op de Emerparklaan.
Op dezelfde bladzijde wordt verwezen naar bijlage 1 van het rappor.verkeersstudie van RBOI. Er wordt
gesproken van onduidelijke en verschillende percentages.(60, 70, 80 en 85/°)
In de bijlage zijn voor verschillende functies percentages gebruikt. Ook komt het voor dat het ene
percentage iets aangeeft over autogebruik en een ander over de aanwezigheid van bezoekers.
Voor detailhandel is rekening gehouden met 60% autogebruik;
Aanwezigheidspercentage van bezoekers aan de Megasuper is 70% (dit is het percentage va
drukke zaterdag dat aanwezig is op een gemiddelde werkdag);
Aanwezigheidspercentage voor retail is 80%;
Alle'percen°ages%SgebTsZ^d op landelijke ervaringscijfers in vergelijkbare gebieden. Van storende
fouten is dan ook geen sprake.
-11-