Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 36724]
Afwegingen
1. Op grond van het te nemen voorbereidingsbesluit moeten gedurende de looptijd van het besluit alle
aanvragen om bouwvergunning, voor zover deze in overeenstemming zijn met het vigerende
bestemmingsplan, worden aangehouden. De looptijd van een voorbereidingsbesluit bedraagt maximaal 1
jaar of als tijdig een ontwerp van een nieuw bestemmingsplan ter inzage wordt gelegd tot het moment dat
het betreffende bestemmingsplan rechtskracht heeft verkregen. Deze aanhouding kan worden doorbroken
indien hetgeen wordt aangevraagd ook in overeenstemming is met het nieuwe, in voorbereiding zijnde
bestemmingsplan. Het voorbereidingsbesluit hoeft derhalve niet belemmerend te werken op de aanvragen
om bouwvergunning die passen in het nieuwe bestemmingsplan.
2. In het vigerende bestemmingsplan Buitengebied Prinsenbeek zijn o.a. direct en indirect mogelijkheden
opgenomen om kassen te bouwen. De uitbreiding van de bestaande glastuinbouwbedrijven en de bouw
van teeltondersteunende kassen tot 1000 m2 is, bij voldoende maat van het bouwvlak, rechtstreeks
mogelijk. Er dient in die gevallen alleen een bouwvergunning afgegeven te worden. De nieuwvestiging
van en omschakeling naar glastuinbouw of de uitbreiding hiervan buiten het bouwvlak zijn slechts mogelijk
na toepassing van de in het bestemmingsplan hiertoe opgenomen wijzigingsbevoegdheid. Het betreft hier
een bevoegdheid die door de raad aan college in het betreffende bestemmingsplan is toegekend. Eerder
is door ons college toegezegd dat voorafgaande aan het gebruikmaken van deze bevoegdheid voor
glastuinbouw de raadscommissie gehoord zou worden. Indien een aanvrager kan aantonen aan de
gestelde voorwaarden voor toepassing van de wijzigingsbevoegdheid wordt voldaan dient in principe ook
de toepassing daarvan plaats te vinden. De daarop volgende benodigde bouwvergunning kan vervolgens
worden getroffen door het te nemen voorbereidingsbesluit.
3. In de Interimstructuurvisie Noord-Brabant en de Paraplunota ruimtelijke ordening is een gedeelte van
het buitengebied van Prinsenbeek binnen de Agrarische Hoofdstructuur (AHS) gekwalificeerd als
glastuinbouwvestigingsgebied. Het gaat daarbij dan om het gedeelte van het gebied dat volgens dezelfde
visie geen meerwaarde heeft. Op grond hiervan is het bestemmingsplan Buitengebied, zoals hiervoor al
omschreven, ingericht. De provincie heeft altijd vastgehouden aan instandhouding van dit
vestigingsgebied voor glastuinbouw en heeft dit ook altijd laten doorklinken in haar goedkeuringsrecht.
Met de komst van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening is hier echter verandering in gekomen. Het
goedkeuringsrecht van de provincie is komen te vervallen. Zij hebben alleen nog instrumenten om
ruimtelijke ontwikkelingen te sturen als deze het provinciale belang betreffen. Hen staat hierbij een
aanwijzingsbevoegdheid ter beschikking of zij kunnen via zienswijzen en/of beroep invloed proberen uit te
oefenen op het ruimtelijk ordeningsbeleid zoals dat in bestemmingsplannen wordt vastgelegd. Het
provinciale belang ligt vast in de Structuurvisie, maar kan op basis hiervan niet meer worden
afgedwongen. Dit zal op een andere manier moeten worden verankerd. De provincie Noord-Brabant
heeft er voor gekozen haar provinciale belang in het kader van de ruimtelijke ordening vast te leggen in
een verordening, de Verordening Ruimte. Op 9 maart 2010 is de Verordening Ruimte Noord-Brabant fase
1 vastgesteld. Fase 2 van deze verordening, waarbij de regels uit fase 1 met betrekking tot glastuinbouw
worden aangevuld, staat qua vaststelling gepland voor begin 2011Op dit moment loopt de
inspraakprocedure tegen het ontwerp van deze fase van de verordening. In de Verordening Ruimte zijn
ten aanzien van glastuinbouw regels gesteld en is ook het gebied in Prinsenbeek, waarbinnen
nieuwvestiging van glastuinbouw mogelijk is, aangegeven. In de regels is echter niet vastgelegd dat het
beleid uit de Structuurvisie verplicht moet worden vertaald in de bestemmingsplannen. De gemeente
wordt hierin vrijgelaten. De gemaakte keuze, om wel of niet het beleid in het bestemmingsplan te vertalen,
zal wel moeten worden verantwoord in de toelichting. Gemotiveerd afwijken is dus mogelijk.
4.Met het nemen van het voorbereidingsbesluit zijn in het buitengebied van Breda in ieder geval geen
mogelijkheden meer om nog nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven toe te staan. Dit betekent ook dat
een eventuele noodzakelijke hervestiging van een glastuinbouwbedrijf binnen de gemeentegrenzen
voorlopig niet meer tot de mogelijkheden behoort.
5. Indien het onderhavige standpunt inzake glastuinbouw wordt doorgezet in het nieuw op te stellen
bestemmingsplan en er dus geen mogelijkheden meer worden geboden voor nieuwvestiging en/of
omschakeling naar glastuinbouw heeft dit gevolgen voor personen/ondernemers die in de afgelopen
periode een grondpositie hebben of hebben verkregen op basis van de huidige planologische regeling. Dit
kan tot planschadeclaims leiden vanwege waardevermindering van de betreffende gronden.
6. Zoals reeds in de inleiding is aangegeven zijn er op dit moment reeds aanvragen binnen tot
planwijziging voor de nieuwvestiging van glastuinbouwbedrijven in Prinsenbeek. Door de