Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 36509]
2. Crisis- en herstelwet:
Voor woningbouwprojecten en voor bij algemene maatregel van bestuur aangewezen projecten kan
de gemeenteraad op verzoek of ambtshalve een projectuitvoeringsbesluit nemen (artikel 2.9 en 2.10
Chw). Het projectuitvoeringsbesluit vervangt de bestaande vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen
of andere besluiten die zonder de Crisis- en herstelwet voor de ontwikkeling en verwezenlijking voor
het project nodig zouden zijn. In veel gevallen zal sprake zijn van grondexploitatie, waarop afdeling
6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) van toepassing is. Een groot aantal kostencomponenten
moet in deze gevallen via het exploitatieplan worden verhaald (afdeling 6.4 Wro; artikel 6.2.4 Besluit
ruimtelijke ordening). De gemeente zal alleen overgaan tot het nemen van een
projectuitvoeringsbesluit als dit kostenverhaal verzekerd is.
Als een verzoek tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit wordt gedaan, kan de gemeente voor
de (administratieve) behandeling van dat verzoek leges heffen. Hiervoor is het nodig de
legesverordening te wijzigen. Het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van de bestaande
vergunningen, ontheffingen, vrijstellingen en andere benodigde besluiten. De toetsingskaders blijven
echter van kracht, tenzij het projectuitvoeringsbesluit op grond van wet of verordening anders bepaalt
(artikel 2.10, vijfde lid, Chw). In verband hiermee is bij de tariefstelling aangesloten bij de in de
tarieventabel opgenomen tarieven die voor de vergunningen, ontheffingen en dergelijke verschuldigd
zouden zijn geweest als de Chw niet zou gelden. Voor de overzichtelijkheid is de tariefbepaling in
artikel 4 van de Legesverordening opgenomen.
3. Overig:
De rijkscomponent in de leges voor rijbewijzen voor 2010 is per 2 februari 2010 officieel gewijzigd.
Daarmee wijkt het officiële besluit af van eerdere berichtgeving van de RDW ultimo 2009. De
rijkskosten zijn 9,50 voor de afgifte van een rijbewijs en 33,50 ingeval van een spoedaanvraag
van een rijbewijs. In de legesverordening Breda 2010 bedraagt de rijkscomponent voor de afgifte
van een rijbewijs 8,50 en voor een spoedaanvraag 30,00. Op dit moment kost het de
gemeente derhalve 1,00 per rijbewijs plus nog 3,50 per spoedaanvraag van een rijbewijs.
In de tarieventabel behorende bij de legesverordening 2010 is abusievelijk het legestarief voor tot
het verstrekken van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet
betreffende de positie van Molukkers van 9 september 1976 (Stb. 468) als Nederlander wordt
behandeld (faciliteitenpaspoort) ten opzichte van 2009 ongewijzigd gebleven 49,60). Dit tarief
dient gelijk te zijn aan het tarief zoals dat voor een 'gewoon' nationaal paspoort geldt, te weten
€50,90.
Bij wijzigingen in de rijksregelgeving die gevolgen hebben voor de leges (zoals de hiervoor
genoemde rijbewijstarieven), kan de besluitvormingsprocedure voor belastingverordeningen
belemmerend werken. Ook kan het in sommige gevallen wenselijk zijn een wijziging die zuiver
van redactionele aard is op korte termijn door te voeren. Om de gewenste flexibiliteit en de te
betrachten spoed te bereiken, kan de raad de bevoegdheid tot vaststelling van de leges
verordening aan het college overdragen (delegeren). Artikel 156, tweede lid, aanhef en onder h,
van de Gemeentewet maakt dit mogelijk. Om van deze mogelijkheid gebruik te kunnen maken,
dient dit in de legesverordening te worden geïmplementeerd.
In het raadsvoorstel is voorzien in een beperkte overdracht van die vaststellingsbevoegdheid aan
het college, omdat de verordende bevoegdheid van de raad in dualistische verhoudingen
belangrijk is om een evenwicht tussen de raad en het college te waarborgen. Bovendien moet
bedacht worden dat de raad bij overdracht van zijn bevoegdheid zelf die bevoegdheid kwijtraakt,
tenzij het delegatiebesluit weer wordt ingetrokken.
Op grond van het in de legesverordening op te nemen voorgestelde artikel is het college bevoegd
tot wijziging van de legesverordening
Als sprake is van een zuiver redactionele wijziging (tekstuele wijzigingen die geen materiële
gevolgen hebben);
Bij wijziging in de rijksregelgeving:
o waarvan de implementatieperiode na bekendmaking in het Staatsblad of de
Staatscourant korter is dan 3 maanden; en
o die tariefbepalingen betreft waarbij een rijkskostendeel onderdeel uitmaakt van het
tarief of waarvoor bij of krachtens een wet een (maximum)tarief is gesteld;