Beleidsuitgangspunten en aanleiding
Belang van reserves en voorzieningen
-3-
Onderstaand wordt het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen in 7 uitgangspunten uitgeschreven. In de
gevallen waarin beleidsuitgangspunten niet aangepast zijn verwijzen we naar het bestaande beleid. De uitgangspunten
zijn volgens het volgende stramien vastgesteld. Eerst wordt de reden voor het uitgangspunt aangegeven, daarna wordt
het beleid beschreven en vervolgens wordt een voorstel gedaan.
Een aantal redenen ligt ten grondslag aan deze nota reserves en voorzieningen 2010.
Op de eerste plaats is er de verordening ex artikel 212 van de gemeentewet; de financiële verordening van de gemeen
te Breda. Hierin heeft de gemeenteraad verordonneerd dat er periodiek een actuele nota reserves en voorzieningen
opgeleverd dient te worden. Het beleid rondom reserves en voorzieningen is voor het laatst geactualiseerd en vastge
steld in 2005.
Op de tweede plaats stelt het BBV eisen aan het beleid en beheer rondom reserves en voorzieningen. Vaak zijn deze
eisen gericht op het transparant en eenduidig maken van reserve- en voorzieningenbeleid. Het is goed ze periodiek
tegen 't licht te houden.
Tenslotte willen we door een transparante benadering het inzicht in reserves en voorzieningen vergroten, waardoor een
betere inzet van deze middelen mogelijk is.
Daarnaast geldt tevens dat het beleid rondom reserves en voorzieningen voor het laatst is geactualiseerd en vastgesteld
in 2005. Om up-to-date te blijven en de gewenste transparantie te handhaven is een actualisering van de nota reserves
en voorzieningen noodzakelijk.
Reserves en voorzieningen maken een belangrijk onderdeel uit van onze financiële middelen. Ter illustratie: aan reser
ves beschikt Breda in 2010 over een bedrag van 124 miljoen1 en aan voorzieningen 17 miljoen1. In bijlage III van
deze nota wordt een overzicht gegeven van de reserves en voorzieningen.
Alle reserves en voorzieningen kunnen worden ingezet als (intern) financieringsmiddel. Daarnaast kunnen zij nog de
volgende functies vervullen:
Bufferfunctie; voor het opvangen van financiële tegenvallers.
Bestedingsfunctie; de reserve wordt dan ingezet als dekkingsmiddel voor bepaalde exploitatielasten of voor in
vesteringen of voor de kapitaallasten daarvan.
Inkomensfunctie; de rente komt ten gunste van de exploitatie.
Egalisatiefunctie; ter afvlakking van pieken en dalen in de begroting.
Zowel de omvang van de reserves en voorzieningen als de mogelijke functies die ze kunnen vervullen, maken een
expliciete onderbouwing van reserves en voorzieningen noodzakelijk. Daarnaast is het essentieel dat over de afzonder
lijke reserves en voorzieningen jaarlijks wordt gerapporteerd. In deze jaarlijkse screening wordt kritisch gekeken naar de
opbouw van de onderbouwing en rechtvaardiging van stortingen en onttrekkingen uit de voorzieningen en in het bijzon
der de reserves.
Het beleid zoals dat in 2005 is vastgesteld heeft tot nu toe goed gefunctioneerd. Enkele nieuwe ontwikkelingen, zoals de
wijziging van artikel 44 lid 2 van het BBV, de richtlijnen van de commissie BBV met betrekking tot resultaatbestemming
en mutaties in reserves en het formuleren van uitgangspunten met betrekking tot de screening van reserves en voorzie
ningen van de gemeente, noodzaken echter het bijstellen/herzien van deze beleidsnota.
1. Rapporteren over reserves en voorzieningen
Het BBV stelt via artikel 54 en 55 eisen aan de onderbouwing van reserves en voorzieningen. Via artikel 22 wordt het
meerjarenverloop ervan verplicht. Gezien de omvang van de reserves en voorzieningen is een structurele screenings-
rapportage wenselijk.
Jaarlijks voeren de directies een screening uit op hun reserves en voorzieningen. In deze screening wordt in het bijzon
der aandacht besteed aan de reden van instelling en de onderbouwing van stortingen en onttrekkingen over een meerja
rige termijn. Voor de jaarlijkse screening worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:
1. Reserves worden zo veel als mogelijk vanuit integraliteit aangehouden: het accent bij het reservebeleid ligt
daarbij op concernreserves. De vorming c.q. de instandhouding van specifieke reserves is geen doel op zich
1 Gebaseerd op Begroting 2010