-5-
Bij bestemmingsreserves wordt een indeling gemaakt naar fysiek, sociaal en overig. Indien de bestemming een relatie
heeft met het realiseren van voorzieningen in de openbare ruimte zoals bijvoorbeeld gebouwen, wegen en gebiedsont-
wikkelingen dan worden deze onder het cluster fysiek geschaard. Bestemmingsreserves die tot doel hebben maat
schappelijke of sociale ontwikkelingen te stimuleren behoren tot het cluster sociaal. Reserves die bij geen van deze twee
groepen kunnen worden ingedeeld horen tot het cluster overig.
b. voorzieningen
Feitelijk wordt de gemeente verplicht om een voorziening te vormen conform artikel 44 BBV. Het besluit tot het instellen
van voorzieningen wordt door het college van B&W genomen. De raad wordt achteraf in kennis gesteld via de jaarlijkse
screening en de rapportage hierover.
Voorstel: Voorgesteld wordt om de raad via de rapportage voortvloeiende uit de jaarlijkse screening achteraf in
kennis te stellen van nieuw ingestelde voorzieningen.
3. Onderbouwen van reserves en voorzieningen
Artikel 54 en 55 van het BBV geven in het eerste lid expliciet aan dat in de toelichting op de balans aard en reden van
elke voorziening en elke reserve toegelicht moet worden. In het tweede lid schrijft het BBV voor aan welke minimale
eisen de onderbouwing van reserves en voorzieningen moet voldoen. In deze onderbouwing wordt aandacht besteed
aan:
het saldo aan het begin van het begrotingsjaar;
de toevoegingen (bij voorzieningen) c.q. de toevoegingen of onttrekkingen via de resultaatbestemming bij de pro
grammarekening (bij reserves):
de toevoegingen of onttrekkingen (bij reserves) uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaan
de boekjaar;
ten gunste van de rekening van baten en lasten vrijgevallen bedragen (bij voorzieningen);
de verminderingen in verband met afschrijvingen op activa waarvoor een specifieke bestemmingsreserve is ge
vormd;
de aanwendingen van voorzieningen;
het saldo aan het einde van het begrotingsjaar.
De onderbouwing beslaat een periode van meerdere jaren. Hiervoor dienen in geval van bestedingsreserves meerjarige
bestedingsplannen opgesteld te worden en in geval van egalisatiereserves een financieel meerjarenbeeld. Bij het instel
len van een reserve of een voorziening wordt expliciet aangegeven waarvoor de reserve of voorziening ingesteld wordt
(zie voor de uitgangspunten hiervoor onder 2) en voor welk kwaliteitsniveau (hoog onderhoudsniveau of acceptabel
niveau, etc.) wordt gekozen. Bovendien wordt er, in het geval van een tarievenegalisatiereserve, een expliciete relatie
gelegd tussen de hoogte van de tarieven of leges en de hoogte van de reserve.
Voorstel: Voorgesteld wordt om reserves en voorzieningen op een uniforme wijze van een onderbouwing te
voorzien met inachtneming van de uitgangspunten zoals deze onder 3 zijn geformuleerd.
4. De verwerking van voorzieningen
Artikel 44 van het BBV beschrijft het vormen van voorzieningen wegens verplichtingen, verliezen en risico's die redelij
kerwijs te schatten zijn of wegens het egaliseren van kosten tot een gelijkmatige verdeling van lasten over de jaren.
Naast deze voorzieningen kan er sprake zijn van voorzieningen voor derden. De verwerking van de stortingen in en
onttrekkingen aan voorzieningen in begroting en rekening dient op een uniforme wijze plaats te vinden.
Voor de voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's geldt dat de dotatie aan de voorzieningen als een last in
de exploitatie opgenomen wordt door middel van een dekking via de exploitatie. Op het moment dat de activiteit waar
voor de voorziening gevormd is, uitgevoerd wordt, wordt de bekostiging rechtstreeks uit de voorziening gedekt.
In het geval dat er sprake is van middelen van derden die aan een specifiek doel besteed moeten worden zijn er 2 mo
gelijke situaties.
De eerste is dat er sprake is van een uitkering die aan het einde van het jaar teruggegeven moet worden indien
(en/of voor zover) ze niet besteed is aan het specifieke doel. In dit geval wordt er geen voorziening gevormd