Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 36543]
Het beleid is er op gericht dat de inwoners van de gemeente Breda én van de omringende regio de
beschikking hebben overeen kwantitatief en kwalitatief opzicht zo compleet, gevarieerd en attractief
mogelijk pakket aan winkeis.Daarnaast is het de ambitie voor de huidige en nieuwe
detailhandelsondernemers in de gemeente een klimaat te scheppen waarin een rendabele exploitatie van
de onderneming mogelijk is en perspectief voor de langere termijn geboden wordt.
Deze ambitie is uitgewerkt in een drietal hoofddoelen voor het detailhandelsbeleid:
versterken van de lokale verzorgingsfunctie en de regionale en bovenregionale
aantrekkingskracht van het Bredase detailhandelsapparaat;
streven naar een duurzame aanbodstructuur, bestaande uit ook op de langere termijn
levensvatbare, elkaar aanvullende retailgebieden;
versterken van het ondernemersklimaat in de gemeente en het bieden van ruimte aan
ondernemersinitiatieven om zo in te spelen op de dynamiek in de detailhandel.
Een sterke, duurzame detailhandelsstructuur in Breda is tevens van belang voor:
de economische culturele en sociale functie van de binnenstad en van de wijken, buurten en
dorpen;
het behoud van de kwaliteit van de leefomgeving van vooral wijken, buurten en dorpen;
de werkgelegenheid;
het imago van de stad en de kwaliteit van het vestigingsklimaat voor andere bedrijvigheid;
de aantrekkelijkheid en duurzaamheid van bepaalde bedrijventerreinen.
Uitgangspunten beleid.
De volgende algemene uitgangspunten voor het detailhandelsbeleid worden geformuleerd.
Dynamiek faciliteren: een stad als Breda, behorend tot de top van de winkelsteden in Nederland,
dient voorop te lopen wat betreft nieuwe detailhandelsontwikkelingen. Belangrijk is dat
vernieuwing op de juiste locatie plaatsvindt en getoetst wordt aan de toegevoegde waarde voor
de bestaande detailhandelsstructuur.
Complementariteit en onderscheidend vermogen: de verschillende winkelgebieden vullen elkaar
aan en vervullen een eigen taak binnen de detailhandelsstructuur door eigen kenmerken en
kwaliteiten.
Ruimtelijke concentratie:clustering van winkels heeft meerwaarde voor de consument en draagt
bij aan beperken verkeersbewegingen.
Uitbreiding verspreide bewinkeling beperken.
Schaalvergroting op de juiste plek faciliteren, afhankelijk van branche en effecten op de
detailhandelsstructuur.
Koopgedrag als leidraad voor de positionering van winkelgebieden (boodschappen doen in wijk-
buurt-en dorpcentra; recreatief winkelen in binnensteden en stadsdeelcentra; doelgerichte,
laagfrequente aankopen in perifere subcentra).
Verruiming van de mogelijkheden voor de zondagopenstelling van winkels.
Beleid ten aanzien van de hoofdstructuur.
De binnenstad als hoofdwinkelcentrum: de winkelfunctie van de binnenstad mag niet aangetast
worden door detailhandelsontwikkelingen elders in de stad. Nieuwe ontwikkelingen buiten de
binnenstad zullen getoetst blijven worden op de toegevoegde waarde voor de consument en op
de effecten voor de binnenstad.
Ook de binnenstad moet blijven inspelen op de dynamiek in de detailhandel en blijven
moderniseren. In dat verband heeft de ontwikkeling van het gebied Achter de Lange Stallen
prioriteit.
Subcentra als aanvulling op de binnenstad: het gaat hierbij om de subcentra woonboulevard,
winkelconcentratie Steenakker en de Stadionlocatie met ieder een eigen functie in de
detailhandelsstructuur. Ten aanzien van de Bavelse Berg is een nieuwe situatie ontstaan. Indien
in plannnen voor een gebiedsontwikkeiing op de Bavelse Berg detailhandel is opgenomen, geldt
dat het onderdeel detailhandel getoetst wordt op de effecten voor de binnenstad en voor de totale
detailhandelsstructuur.
Buurt-en wijkwinkelcentra: clustering van het op boodschappen doen gerichte winkelaanbod in
levensvatbare winkelcentra, op acceptabele afstand voor de consument.