Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 36543]
Aan nieuwe ontwikkelingen wordt medewerking verleend indien:
aangetoond wordt dat het initiatief een meerwaarde voor de detailhandelsstructuur heeft in de
vorm van:
o toename keuzemogelijkheid voor de consument;
o nieuwe formule die zich onderscheidt door kwaliteit, specialisatie of gerichtheid op een of
meerdere doelgroepen.
aangetoond wordt dat het initiatief geen blijvende negatieve effecten heeft op de bestaande
detailhandelsstructuur en/of op de in de visie aangegeven ontwikkeling van de
detailhandelsstructuur.
verder zal het intiatief getoetst worden op voor de ruimtelijke ordening relevante aspecten zoals
inpassing in de omgeving, bereikbaarheid, parkeren, bevoorrading ed.
bij winkelontwikkelingen met mogelijke effecten op de regionale detailhandelsstructuur dient het
initiatief getoetst te worden aan het regionale detailhandelsbeleid dat in opdracht van het SES
West-Brabant is geformuleerd.
Om te kunnen toetsen zal de gemeente moeten kunnen beschikken over de relevante informatie. Dit kan
in de vorm van een distributie planologisch onderzoek waarmee de initiatiefnemer de effecten inzichtelijk
kan maken.
Nieuwe initiatieven zullen besproken en getoetst worden in een gestructureerd overleg met het
RetailPlatform Breda. Een van de taken van het RetailPlatform Breda is het adviseren over het
detailhandelsbeleid in zijn algemeenheid en in het bijzonder over de invulling van stedelijke economische
functies met detailhandel. De gemeente verplicht zich initiatieven waarvoor toetsing gewenst is in een
vroeg stadium te melden aan het RetailPlatform.
A ctieprogramma
Om de gewenste detailhandelsstructuur in de gemeente te bereiken en te behouden is een actieve
houding van alle partijen gewenst. Voor de hoofdstructuur worden acties benoemd met de daarvoor
verantwoordelijken.
De rol van de gemeente is bij het realiseren van de beleidsvisie van belang en dient zich met name te
richten op:
het vaststellen en eenduidig uitdragen van het detailhandelsbeleid;
sturing en prioriteiten stellen op basis van het toetsingskader voor het te voeren
detailhandelsbeleid, bv Achter de Lange Stallen;
toetsen en ruimtelijk faciliteren van marktinitiatieven: positieve houding ten opzichte van gewenste
en terughoudende en afwijzende houding ten opzichte van voor de detailhandel ongewenste
ontwikkelingen;
acieve inzet op (kwalitatieve) versterking branchering door aantrekken specifieke branches en
formules;
vertalen van beleid in actuele bestemmingsplannen;
monitoren van ontwikkelingen.
Zondagopenstelling
Voor het onderwerp zondagopenstelling is door BRO een aparte rapportage opgesteld die als bijlage is
toegevoegd bij de detailhandelsnota. In deze rapportage wordt ingegaan op de wettelijke mogelijkheden
van zondagopening, openstelling van supermarkten op zondag, het consumentengedrag en de effecten
van koopzondagen.
Overeenkomstig wat over de zondagopenstelling van winkels in het Coalitieakkoord@Breda 2010-2014 is
opgenomen wordt voor de gemeente Breda de toerismebepaling in de Winkeltijdenverordening
opgenomen waarmee winkelopenstelling iedere zondag, 52 keer per jaar mogelijk wordt. Ter motivatie
van de toerismebepaling moet door de gemeente worden aangegeven op welke wijze belangen zijn
meegewogen op het gebied van locale economische bedrijvigheid, werkgelegenheid, zondagsrust,
leefbaarheid, veiligheid en openbare orde. Tevens is het van belang de toeristische aantrekkingskracht en
het verband met de extra opening van winkels op zondag helder te duiden.
De gemeenteraad beslist over het aanpassen van de Winkeltijdenverordening.
Het koopzondagenbeleid voor Breda is erop gericht ondernemers meer vrijheid te bieden bij het bepalen
van het aantal zondagen dat men open wenst te zijn. Met het opnemen van een toerismebepaling in de
Winkeltijdenverordening kunnen ondernemers zelf in onderling overleg afspraken maken hoeveel en
welke zondagen per jaar de winkels open zullen zijn.
-4-