Aard en niveau van voorzieningen
Het uitgangspunt is dat de voorschriften van het Bouwbesluit voor bestaande bouwwerken toereikend zijn.
Alleen indien dit noodzakelijk is kan, mits goed gemotiveerd, een verplichting opgelegd worden om extra
voorzieningen te treffen tot het nieuwbouw niveau. Dit geldt eveneens voor het aanbrengen van
verbeteringen en energiebesparende voorzieningen, zoals die thans voorkomen in de artikelen 15 en 17a
(oud) Woningwet.
De bepalingen die nu nog een keuzemogelijkheid inhouden tussen bijvoorbeeld het treffen van voorzieningen
en het staken van het gebruik, komen te vervallen, evenals de regeling van de lonendheid (redelijke
verhouding te maken kosten tot de te verwachten opbrengsten) en de drie jarentermijn in het oude artikel 25
Woningwet.
Onbewoonbaarverklanng vervalt
Het vooral in de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog veelvuldig voorkomende onbewoonbaar verklaren
van woningen, komt te vervallen, omdat die regeling door de tijd is ingehaald. In de twaalfde serie
wijzigingen MBV zijn dientengevolge in hoofdstuk 10 (Overige administratieve bepalingen) enkele artikelen
ven/allen.
Direct gevaar voor gezondheid of veiligheid
Burgemeester en wethouders kunnen ook in de toekomst in geval van direct gevaar snel beheers- en orde
maatregelen blijven treffen op grond van artikel 100d Woningwet. Dit artikel biedt de mogelijkheid om zo
nodig te gelasten dat het bouwen, gebruik of slopen wordt gestaakt en dat eventuele andersoortige
noodmaatregelen worden getroffen, zoals het plaatsen van hekwerken e.d., alsmede het plaatsen van
stempels bij dreigend instortingsgevaar.
Handhaven na eigendomsoverdracht
In de praktijk blijken de handhavingsinstrumenten van de bouwregelgeving niet altijd goed toepasbaar, indien
er sprake is van eigendomsoverdracht van de onroerende zaak waaraan of waarop illegaal is gebouwd. Het
instrument van de dwangsom was bij eigendomsoverdracht in het geheel niet toepasbaar. Het gevolg was
dat de naleving van geconstateerde overtredingen soms achterwege bleef, indien de onroerende zaak in
eigendom was overgedragen. Deze problemen zijn verholpen door het verbod om te bouwen zonder of in
afwijking van de bouwvergunning zaaksgebonden te maken. Door een aanvulling van artikel 40, eerste lid,
Woningwet wordt bereikt dat het niet alleen verboden is om te bouwen zonder of in afwijking van de
bouwvergunning, maar dat het daarnaast ook verboden is om een zonder of in strijd met een
bouwvergunning gebouwd bouwwerk of standplaats dan wel een deel daarvan, in stand te laten.
Bestuursrechtelijke handhaving
Burgemeester en wethouders krijgen een wettelijke opdracht of zorgplicht tot bestuursrechtelijke handhaving
(artikel 100 Woningwet). Het daarvoor noodzakelijke handhavingsinstrumentarium is drastisch verbeterd. De
onderwerp Twaalfde serie wijzigingen MBV 1992 en wijziging Woningwet datum 27 maart 2007
05/09