07/09 Er is een belangrijke wijziging aangebracht in de weigeringsgronden voor een bouwvergunning. In het nieuwe artikel 44 Woningwet wordt tot uitdrukking gebracht dat de toetsing door burgemeester en wethouders van de aanvraag en de daarbij overgelegde gegeven niet meer inhoudt dan dat naar hun oordeel aannemelijk is dat het voorgenomen bouwen aan de voorschriften van de bouwverordening en het Bouwbesluit voldoet. Het is voor burgemeester en wethouders niet mogelijk een bouwplan in het kader van de bouwvergunningprocedure tot in detail te controleren. Bovendien is het technisch ook lang niet altijd mogelijk op voorhand met zekerheid te stellen dat aan de regelgeving zal worden voldaan en zullen er altijd nog detailkeuzes gemaakt moeten worden op de bouwplaats, dus na vergunningverlening. Hiermee is in de Woningwet expliciet opgenomen dat de initiatiefnemer van een bouwplan verantwoordelijk is en blijft dat een ontwerp en de uitvoering daarvan voldoen aan de voorschriften. De bewijslast ligt dus bij de aanvrager, in verband met de wijziging van artikel 44 Woningwet is artikel 47 Woningwet vervallen en is op het punt van het niet in behandeling nemen van een onvolledige aanvraag om bouwvergunning de bouwvergunningprocedure nu geheel Awb-conform (artikel 4.5 jo. 4.15 Awb). Benadrukt wordt dat met deze wetswijziging de preventieve toetsende en handhavingstaak voor de gemeenten niet wordt gewijzigd. Het (pseudo) limitatief-imperatieve bouwvergunningenstelsel blijft in zijn huidige vorm bestaan. Er dient derhalve een toetsing plaats te vinden aan alle in artikel 44 van de wet genoemde criteria. Ontvangst(-bevestiging) bouwaanvraag In een nieuw artikel 40b Woningwet is de verplichting opgenomen om de datum van ontvangst aan te tekenen op een aanvraag om bouwvergunning en de ontvangst daarvan schriftelijk te bevestigen. Een soortgelijk voorschrift was tot de komst van het Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning opgenomen in hoofdstuk 2 van de MBV. Het artikel is van belang met het oog op de termijnen in artikel 46 Woningwet. Vergunningen seizoensgebonden bouwwerken Met deze wetswijziging wordt een jarenlang bestaande 'leemte' in de wet opgevuld ten aanzien van seizoensgebonden bouwwerken. Voor deze specifieke categorie tijdelijke bouwwerken (strandpaviljoens, poffertjeskramen e.d.) is het niet langer nodig om elk jaar opnieuw een bouwvergunning aan te vragen. Het is op grond van artikel 45, zesde lid, Woningwet mogelijk dat op basis van één bouwvergunning het bouwwerk meerdere malen Garen achtereen) mag worden opgericht. Een afzonderlijke sloopvergunning is daarmee overbodig geworden voor deze bouwwerken. In artikel 8.1.1 MBV (sloopvergunningplicht) is hiervoor een uitzondering opgenomen. onderwerp Twaalfde serie wijzigingen MBV 1992 en wijziging Woningwet datum 27 maart 2007

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 12