Dit 'Bouwwerkbesluit' treedt naar verwachting in 2011 in werking en omvat het Bouwbesluit 2003,
het Besluit brandveilig gebruik bouwwerken en de Model-bouwverordening (voorschriften over
bouwen, gebruiken en slopen). U zult hierover te zijner tijd nader worden geïnformeerd.
Ondanks het op termijn verdwijnen van de bouwverordening is het invoeren van de bijgaande 12f
serie van wijzigingen van de bouwverordening noodzakelijk.
Dienstenrichtlijn, Dienstenwet en hoofdstuk 2, paragraaf 5 van de MBV
U dient de gewijzigde bepalingen in de MBV die binnen de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn
vallen te notificeren. De permanente notificatieprocedure houdt in dat nieuwe en/of gewijzigde
regelgeving ter kennisgeving gesteld moet worden aan de Europese Commissie. Binnenkort
publiceren wij op www.vnq.nl voorbeeldnotificaties voor de artikelen 2.15, 4.10, 4.12 en 8.3.4
MBV.
Het antwoord op de vraag of de bepalingen uit de Dienstenwet (en dus van de Dienstenrichtlijn)
van toepassing zijn op de stedenbouwkundige bepalingen in hoofdstuk 2 van de MBV, volgt uit
overweging 9 van de Dienstenrichtlijn over de bepaling van de reikwijdte van de dienstenrichtlijn.
Deze overweging bepaalt dat de Dienstenrichtlijn «alleen van toepassing is op eisen met
betrekking tot de toegang tot en de uitoefening van een dienstenactiviteitDe richtlijn is volgens
deze overweging derhalve niet van toepassing op eisen zoals verkeersregels, regels betreffende
de ontwikkeling of het gebruik van land, voorschriften inzake ruimtelijke ordening en stedebouw,
en evenmin op administratieve sancties wegens het niet naleven van dergelijke voorschriften die
de dienstenactiviteit niet specifiek regelen of daarop specifiek van invloed zijn, maar die de
dienstverrichters bij de uitvoering van hun economische activiteit in acht dienen te nemen op
dezelfde wijze als natuurlijke personen die als particulier handelen».
Overweging 9 stelt in essentie dat dergelijke algemene voorschriften die zowel gelden voor
particulieren als ondernemers en die een dienstenactiviteit niet specifiek regelen of daarop
specifiek van invloed zijn, buiten het bereik van de dienstenrichtlijn vallen. De bepalingen in
hoofdstuk 2 MBV voldoen aan die voorwaarden. Hieruit en uit het bepaalde in artikel 2, lid 1 van
de Dienstenwet volgt dat de bepalingen uit de Dienstenrichtlijn (en -wet) niet van toepassing zijn
op de bepalingen in hoofdstuk 2 van de MBV.
Wel geeft de Dienstenrichtlijn aanwijzingen dat overweging 9 niet te ruim kan worden gelezen.
Artikel 14, onder 5 van de Dienstenrichtlijn verbiedt bijvoorbeeld het toepassen van economische
criteria zoals het toetsen aan economische behoefte of economische planning voor het verlenen
van een vergunning. Dit betekent dat aan een ontheffingenstelsel in de MBV altijd ruimtelijke
ordeningsmotieven ten grondslag moeten liggen. Eventuele beperkingen kunnen niet worden
gebaseerd op economische motieven zoals de wenselijkheid van concurrentiebeperking en het
beschermen van reeds gevestigde economische actoren. Voor wat betreft (onder meer) het
bestemmingsplan is dit onlangs geregeld in artikel 1.1.2 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
onderwerp 13e serie wijzigingen MBV datum 21 april 2010
04/06