03/09 Wijzigingen in de Woningwet De wetswijziging vormt een uitwerking van de voornemens van het kabinet Balkenende III, die voorkomen in de nota Mensen, wensen, wonen, het MDW-rapport 'Openbare inrichtingen', het standpunt van het kabinet naar aanleiding van de nieuwjaarsbrand in Edam-Volendam en het daarop betrekking hebbende rapport van de commissie-Alders en het samen met de VNG opgestelde actieprogramma 'Handhaving bouwregelgeving'. Het gaat zowel om de preventieve als de repressieve handhavingstaak, dus zowel om de controle van aanvragen om bouwvergunning, gebruiksvergunning of sloopvergunning aan de geldende regelgeving, als het later toezicht houden op de naleving van de vergunning en daaraan verbonden voorwaarden, en dus ook om het zo nodig opleggen van bestuursrechtelijke sancties als bestuursdwang of last onder dwangsom. De wetswijziging voorziet in een aanpassing van de Wet op de Economische Delicten (WED) per 1 april 2007. Overtredingen van de regels inzake (brand-)veiligheid en gezondheid worden per genoemde datum als misdrijf aangemerkt, als ze opzettelijk gepleegd zijn óf—in overige gevallen- als een overtreding. Dit houdt onder meer in dat eventueel economisch voordeel dat behaald is dankzij overtredingen, teniet kan worden gedaan door evenredige boetes. Verscherping van de eigen verantwoordelijkheid van burgers en bedrijven De primaire verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van een bouwwerk blijft berusten bij de burger (in zijn hoedanigheid van opdrachtgever, ontwerper, bouwer, exploitant). De wetswijziging leidt er echter toe dat de verantwoordelijkheid voor de naleving van de overheidsvoorschriften op een meer directe wijze bij de burger wordt gelegd en dat overtredingen strenger kunnen worden aangepakt. Niet langer is een gemeentelijke aanschrijving nodig om gebouweigenaren te laten voldoen aan de geldende regels alvorens handhavend kan worden opgetreden. Als hoofdregel blijft gelden dat er gebouwd moet worden in overeenstemming met een verleende bouwvergunning (artikel 40 Woningwet). De bouwvergunningprocedure ontslaat de aanvrager niet van zijn eigen verantwoordelijkheid er voor te zorgen dat zijn bouwwerk voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit (artikel 1 b Woningwet) en de bouwverordening (artikel 7b Woningwet). onderwerp Twaalfde serie wijzigingen MBV 1992 en wijziging Woningwet datum 27 maart 2007

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 8