Gemeente Breda
RaadsvoorstelRegistratienr: 37089]
Agendapuntnummer: 5.4 Aantal bijlagen: - 8 (verordeningen)
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van de belastingverordeningen 2011
Voorgesteld besluit
Vast te stellen:
De 'Verordening afvalstoffenheffing Breda 2011'.
De 'Verordening rioolheffing Breda 2011'
De'Legesverordening Breda 2011'.
De 'Verordening precariobelasting Breda 2011
De 'Verordening hondenbelasting Breda 2011'.
De 'Verordening havengelden Breda 2011'.
De 'Verordening marktgelden Breda 2011'.
De 'Verordening staangeld Breda 2011'.
Jaarlijks vfndt in onderlinge samenhang met de begrotingsbehandeling de wijziging c.q. vaststelling van
de belastingverordeningen voor het nieuwe belastingjaar plaats.
In dit raadsvoorstel worden voor belastingjaar 2011 de volgende belastingverordeningen ter vaststelling
voorqelegd: de verordening afvalstoffenheffing, de verordening rioolheffing, de Legesverordening, de
verordening precariobelasting, de verordening hondenbelasting, de verordening havengelden, de
verordening marktgelden en de verordening staangeld. De verordeningen parkeerbelastingen,
lijkbezorgingsrechten en onroerende-zaakbelastingen zullen in een later stadium ter vaststelling worden
voorgelegd.
Bij de berekening van de tarieven voor 2011 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd.
De (algemene) belastingen worden verhoogd met de reeds bij de Kaderbrief vastgestelde
indexmatige verhoging van 1,5%;
Het beleid met betrekking tot de lokale lastendruk is vastgelegd in het Coalitieakkoord 2010-2014
"@Breda", onderdeel "zuinig@Breda". Het coalitieakkoord bevat de volgende uitgangspunten.
o De gebruikersbelastingen zoals riool- en afvalstoffenheffing daadwerkelijk
kostendekkend te maken, zonder kunstmatige compensatie uit de algemene
middelen;
o Wanneer de riool- en afvalstoffenheffing samen een verhoging van de algemene lokale
lasten teweeg brengen, te zoeken naar mogelijkheden om dit via de OZB in deze
coalitieperiode te compenseren;
0 Het reële OZB tarief niet te verhogen in deze bestuursperiode.
De qebruikersbelastingen zijn kostendekkend en leiden in combinatie tot een woonlastenstijging van
1 5%. Aanqezien dit overeenkomt met de vastgestelde indexmatige verhoging van de (belasting)tarieven,
is correctie via de OZB niet noodzakelijk. Bij de berekening van de OZB-tarieven zal tzt zoals gewoonlijk
een waardestijging of-daling in de tarieven worden gecompenseerd, waarna deze worden verhoogd met
de indexmatige verhoging van 1,5%. Hierdoor stijgen de reële OZB-tarieven niet.
Afwijkingen op het bovenstaande, nieuwe belastbare feiten, of ingrijpende wijzigingen zijn separaat
voorgelegd aan het college.
-1-