Gemeente Breda
Raadsvoorstel Registratienr: 37106]
Verder is er een dekkingstekort ontstaan doordat, op basis van besluitvorming uit het verleden een
bijdrage van het Grondbedrijf aan de West- Flank, niet meer ten laste van de reserve Grondbedrijf kan
worden gebracht vanwege de stand van de algemene reserve van het Grondbedrijf 0). Het uiteindelijk
tekort bedraagt hierdoor 23,7 miljoen opgebouwd uit:
Planresultaten, overige kosten en resultaten bedrijfsvoering afdelingen
Overige niet ten laste van de planresultaten komende kosten
Bijdragen Grondbedrijf project Westflank
Totaal geraamd resultaat Grondbedrijf 2010
-22.134
-500
-1.061
-23.695
De negatieve planresultaten zijn onder te verdelen in:
Door de recessie worden de geraamde grondverkopen opnieuw vertraagd waardoor extra
renteverliezen ontstaan in onder meer de grondexploitaties Savalterrein, Stationskwartier, Bouverijen,
Wisselslagterrein en Gasthuispoort. Dit leidt tot een verslechtering van het eindresultaat van deze
projecten waardoor hogere voorzieningen tot een bedrag van circa 13,9 miljoen noodzakelijk zijn.
In het kader van het proces rondom de herprogrammering van de stad zijn diverse
ontwikkelingsstudies verricht voor Breda Oost. Als uitgangspunt voor de financiële prognose is het
zogenoemde voorkeursscenario gehanteerd waarbij uitgegaan wordt van de ontwikkeling van een
forse bedrijvenlocatie en een beperkte woningbouw. Door de beperkte ontwikkeling van de
woningbouw zal een afboeking van 8,8 miljoen op reeds verworven gronden moeten plaatsvinden.
De bestaande voorziening dient hiervoor opgehoogd te worden met circa 2,9 miljoen.
Vanuit de herprogrammeringsdiscussie zijn eveneens voorstellen voorbereid om de planologische
capaciteit aan kantoren locaties drastisch in te perken. Voor het gedeelte waarbij deze kantoorlocaties
onderdeel vormen van gemeentelijke grondexploitaties betekent het vertraagd ontwikkelen of definitief
schrappen van deze grondopbrengsten een opbrengstderving van circa 5,3 miljoen. Ter afdekking
hiervan zal een voorziening noodzakelijk zijn.
Diverse overige niet ten laste van de planresultaten komende kosten bedragen circa 0,5 miljoen.
Naast het tekort bij het Grondbedrijf van 23,7 miljoen, zijn er in 2010 een aantal ontwikkelingen geweest
met nadelige effecten.
Deze effecten, welke overigens deels weer worden opgevangen door positieve ontwikkelingen, zijn
verwerkt in de prognoses bij de diverse taakvelden. Het betreft de volgende onderwerpen.
b) Bestaande taakstellingen
De begroting 2010 is gestart met een aantal nog in te vullen taakstellingen vanuit de versoberingsoperatie
2009-2010 en een taakstelling in verband met aanbestedingsresultaten. Het deel voor 2010 van de
versoberingsoperatie 8,1 miljoen) was een bij het opstellen van de begroting 2010 nagenoeg volledig
ingevuld.
In de kadernota 2010 zijn besluiten genomen over aanbestedingsvoordelen in 2009 en 2010. Voor een
bedrag van totaal 5,2 miljoen zijn hiervoor taakstellingen opgenomen. Hiervan is in 2009 3,2 miljoen
gerealiseerd. Na een aantal eerder genomen maatregelen in de loop van 2010 kon het restant taakstelling
worden verminderd met 320.000 zodat voor 2010 een bedrag resteerde van 1,7 miljoen. In de
uitwerking van de genomen maatregelen en het geprognosticeerd resultaat voor 2010 is het restant van
deze taakstelling betrokken.
c) Vorstschade
Door de extreme winter 2009-2009 is er aanzienlijk meer schade geleden aan de wegen et cetera. De
kosten voor herstel hiervan zijn geraamd op circa 2 miljoen. Een deel van de schade kon worden
opgenomen in de uitvoeringsprogramma's 2011, 2012 en 2013. Evens is het aantal strooibeurten om de
wegen berijdbaar te houden aanzienlijk hoger geweest van in een 'normale' winterse periode. De totale
extra kosten voor 2010 zijn geraamd op 0,8 miljoen.
d) Ontwikkelingen met betrekking tot het budget inkomensvoorzieningen
In 2010 is door het rijk een besluit genomen met betrekking tot verlaging van het budget
inkomensvoorzieningen. (BUIG). Voor Breda betekent deze aanpassing een verlaging van de beschikbare
middelen met 4,2 miljoen. Hier staat tegenover dat bij een gelijkblijvend cliëntenbestand en de
resultaten van de debiteuren deze verlaging van het budget in dit jaar deels kan worden gecompenseerd.
-2-
(bedragen x 1.000)