Gemeente Breda
Raadsbesluit Registratienr: 36972]
Aantal bijlagen: -
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders en met overname van de daarin vermelde
overwegingen;
gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
Besluit vast te stellen de volgende verordening tot tiende wijziging van de Algemene Plaatselijke
verordening Breda 2004:
Artikel I
A Aan artikel 1:1. wordt toegevoegd, onder vervanging van de punt na onderdeel t. dooreen
puntkomma, een onderdeel u. dat luidt:
u. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht.
B Artikel 1:2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt de zinsnede "na de dag waarop de aanvraag ontvangen is" vervangen
door: "na de datum van ontvangst van de aanvraag."
2. Toegevoegd wordt een derde lid, dat luidt:
3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht
van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in het elfde
lid, sub b van artikel 2.1.4.1, artikel 2.1.4.2 of artikel 2.1.4.3.
C Artikel 2.1.1.1, derde lid, komt te luiden:
3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het
bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van
ongeregeldheden zijn afgezet.
D Artikel 2.1.4.1elfde lid, komt te luiden:
11a. In dit artikel wordt onder bevoegd bestuursorgaan mede verstaan de burgemeester voor
zover het betreft voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven als
bedoeld in artikel 174 van de Gemeentewet;
b. Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid
bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of
onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
E Artikel 2.1.4.2 wordt als volgt gewijzigd:
1Het opschrift "Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg" wordt vervangen door:
Omgevingsvergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg.
2. Het eerste lid komt te luiden:
1Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de
verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de
wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van
een weg. De vergunning wordt verleend
a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een
bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit;
b. door het college in de overige gevallen.
3. Het vierde lid komt te luiden:
Het in het eerste lid gestelde verbod geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde
onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer
rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur, de Waterwet, de
Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Energie-, water-, en telecommunicatie-
verordening Breda 2009.