Gemeente Breda
Raadsvoorstel
Registratienr: 36778]
Samenvatting
4.5.
Nog op een ander punt is er vooralsnog strijd met de Wet geluidhinder. In paragraaf 6.3 van het
akoestisch onderzoek is aangegeven dat zowel bronmaatregelen als maatregelen bij de ontvanger nodig
zijn voor een goede ruimtelijke ordening. De doeltreffendheid van de in aanmerking komende
maatregelen hadden in het akoestisch onderzoek betrokken moeten worden. De wens om de verharding
met "stille" klinkers uit te voeren moet in dit verband als onvoldoende worden beschouwd.
Samenvattend: gesteld nog gebleken is dat bron- dan wel maatregelen bij de ontvanger genomen zullen
worden en/of effect zullen hebben.
Beoordeling
Ad 4.5.
in bovenstaande punten is reeds aangegeven dat wel degelijk voldaan kan worden aan de
voorkeursgrenswaarde. De effectiviteit en rechtszekerheid van de maatregel is eveneens aangegeven en
een goed woon- en leefklimaat is ons inziens dan ook wel degelijk gegarandeerd.
Samenvatting
4.6.
Reclamant verwijst voorts naar de (ontwerp) AMvB Ruimte en de Verordening Ruimte van de provincie.
In het ontwerpbestemmingsplan wordt op geen enkele wijze ingegaan op deze beide regelingen, terwijl
die bepalingen bevat ten aanzien van de inhoud of toelichting van bestemmingsplannen. Verwezen wordt
specifiek naar de artikelen 2.8en 3.3. van de (ontwerp) AMvB Ruimte als ook op de artikel 2.1.6, 2.1.7 en
2.1.8 en 3..8.10 van de Verordening Ruimte. Kortweg komt het er op neer dat, indien bijeen
bestemmingsplan ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt die de (bestaande) detailhandelsstructuur
bedreigen, dit in strijd is met de genoemde regelgeving.
Samenvattend stelt reclamant verwijzing naar de (ontwerp) AmvB-Ruimte en de Verordening Ruimte
ontbreekt in de toelichting. Een nadere onderbouwing van de bestaande detailhandelsstructuur en een
onderbouwing van het feit dat twee nieuwe supermarkten in het plan niet ten koste gaan van de
bestaande detailhandelstructuren in (andere) wijkwinkelcentra en de binnenstad, ontbreekt eveneens.
Niet duidelijk is overigens of een distributie-planologisch onderzoek is verricht. Een onderzoek van BRO
adviseurs wordt genoemd, maar heeft niet ter inzage gelegen.
Beoordeling
Ad 4.6.
Reclamant heeft gelijk ten aanzien van het gestelde over de Verordening Ruimte van de provincie. Deze
is inmiddels vastgesteld en de toelichting van het bestemmingsplan, hoofdstuk 3, paragraaf 3, is hierop
aangepast.
Dit onderdeel van de zienswijze is derhalve gegrond.
Voor wat betreft de (ontwerp) AMvB, deze is nog in procedure en derhalve werkt de inhoud van deze
regeling nog niet door in dit bestemmingsplan.
Ten aanzien van de nadere onderbouwing van de detailhandelsstructuur kan worden geconstateerd dat
het zuidwestelijke stadsdeel van Breda momenteel een tamelijk versnipperde winkelstructuur kent en het
gemiddelde aanbod per inwoner relatief beperkt is. Een volwaardig winkelcentrum ontbreekt in het
zuidelijke deel van het stadsdeel. De inwoners zullen daardoor in relatief sterke mate georiënteerd zijn op
het aanbod buiten de eigen wijk. Een kwalitatieve versterking van de verzorgingsstructuur is gewenst om
de inwoners van met name de wijk Heuvel een volwaardig dagelijks aanbod te kunnen voorzien. Daarom
is er al geruime tijd geleden beleidsmatig voor gekozen het Dr. Struyckenplein te ontwikkelen als het
centrale winkelcentrum voor de wijk Heuvel.
Om de functie als winkelcentrum waar te kunnen maken, zal het vernieuwde winkelcentrum twee
supermarkten moeten omvatten die complementair aan elkaar zijn. Dat wil zeggen, bij voorkeur een
fullservice supermarkt in het hogere segment en een priisvriendelijke supermarkt of discounter. Het
supermarktenkoppel vormt de ruggengraat van het winkelcentrum en zorgt voor de nodige
aantrekkingskracht. Goede bereikbaarheid en parkeervoorzieningen vormen onmisbare randvoorwaarden
voor het functioneren van het beoogde winkelcentrum.
-12-