Gemeente Breda
Raadsbesluit
Registratienr: 36848]
o j. Verkoop van brood en gebak dat in het bijzonder is bestemd voor hen die zich aan de
Ramadan houden, en wel tussen twee uur vóór zonsondergang tot zonsondergang
gedurende de Ramadan, mits in die winkel dat brood en gebak ook pleegt te worden
verkocht buiten de periode van de Ramadan.
o k. Verkoop van eetwaren voor directe consumptie en alcoholvrije dranken, religieuze
artikelen en souvenirs, alsmede bloemen en planten, in de directe omgeving van een
bedevaartplaats, gedurende de tijd dat deze plaats als zodanig wordt bezocht.
o I. Verkoop van feestartikelen op zondag waarop carnaval wordt gevierd, vanaf 12.00 uur
en op zon- en feestdagen waarop in de gemeente een kermis wordt gehouden,
gedurende de openingstijden van die kermis.
Handhaving
In algemene zin is de controle op de naleving van de regels in eerste instantie een taak van de
plaatselijke politie in overleg met de gemeente. De Belastingdienst/FIOD-ECD wordt daarbij ingeschakeld
als er een landelijke coördinatie vereist is.
Uiteraard is ook bestuursrechtelijke handhaving mogelijk. Over de handhaving van de Winkeltijdenwet
heeft de Minister van Economische Zaken op 22 december 2006 een brief naar alle gemeenten gestuurd.
Over de samenloop van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhaving heeft de VNG nadere
informatie gegeven. Deze is te vinden op de website van de VNG,
http://www.vnq.nl/eCache/DEF/62/907.html
Middels deze verordening wordt het verbod om een winkel op zondag geopend te hebben grotendeels
opgeheven. Hiermee vervalt een deel van de noodzaak van toezichthoudende taak, in die zin dat minder
toezicht vereist is.
ARTIKELGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1. Begripsbepalingen
Voor de definitie van winkel wordt verwezen naar artikel 1 van de Winkeltijdenwet. Daarin is een winkel
gedefinieerd als: een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte, waarin goederen aan particulieren
plegen te worden verkocht.
Voor de omschrijving van het begrip feestdag is aansluiting gezocht bij artikel 2, eerste lid onder b van de
Winkeltijdenwet. In de wet is geen definitie opgenomen van feestdag, maar worden de volgende dagen
genoemd als dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn (naast de zondag): Nieuwjaarsdag, tweede
Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag en eerste en tweede Kerstdag. Deze dagen zijn in artikel
1 van de modelverordening gedefinieerd als feestdag. Daarnaast noemt artikel 2, eerste lid onder b van
de Winkeltijdenwet nog drie dagen waarop de winkels gesloten moeten zijn vanaf 19.00 uur: Goede
Vrijdag, 4 mei en 24 december. Deze dagen vallen niet onder het begrip feestdag in de modelverordening.
Door in de verordening het begrip feestdag te definiëren, kan waar nodig worden volstaan met het woord
"feestdag" of "feestdagen" en hoeven niet steeds alle dagen bij naam genoemd te worden. Koninginnedag
en Bevrijdingsdag (5 mei) zijn, voor zover deze dagen niet op zondag vallen, in de wet niet aangemerkt
als een dag waarop de winkels gesloten moeten zijn.
Artikel 2. Beslistermijn
Artikel 3. Overdracht van de ontheffing
De bepaling bindt de overdracht van de ontheffing aan de toestemming van het college. De ontheffing kan
aan een (rechts)persoon worden verleend als het gaat om straatverkoop als bedoeld in artikel 2, tweede
lid van de Winkeltijdenwet. Als het om een winkel gaat, heeft de ontheffing naar zijn aard betrekking op
het pand waarin het winkelbedrijf wordt uitgeoefend. Als het om een ontheffing voor straatverkoop gaat
biedt de tussenkomst het college de gelegenheid om inzicht te krijgen in de handel en wandel van de
opvoiyei.
-7