Gemeente Breda Raadsbesluit Registratienr: 37442] TOELICHTING A. ALGEMEEN Wettelijke basis en karakter afvalstoffenheffing De afvalstoffenheffing is gebaseerd op het bepaalde in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. Deze heffing kan in beginsel als een belasting worden beschouwd. Tegenover de heffing staat niet een individueel aanwijsbare prestatie van de overheid in de vorm van het werkelijk meenemen van huishoudelijke afvalstoffen, doch een nakoming van de wettelijke inzamelverplichting bij het desbetreffende perceel door die overheid. Dit leidt ertoe dat indien de inzamelplicht bij een bepaald perceel door de gemeente niet wordt nagekomen, de gemeente ter zake van het gebruik van dat perceel geen afvalstoffenheffing kan heffen (HR 2 januari 1985, nr. 22.664, Belastingblad 1985, blz. 161). Huishoudelijke afvalstoffen Ingevolge de strekking van de Wet milieubeheer behoren tot de huishoudelijke afvalstoffen alle afvalstoften die afkomstig zijn uit een particuliere huishouding. Dit betekent dat de kosten van het beheer van deze afvalstoffen kunnen worden doorberekend in de afvalstoffenheffing. Hierbij is niet van belang op welke wijze deze afvalstoffen worden ingezameld. Hierbij moet worden gedacht aan de gescheiden inzameling van onder meer glas, papier en klein chemisch afval. De met deze gescheiden inzameling van huishoudelijke afvalstoffen samenhangende kosten kunnen worden begrepen in de totale kosten van het beheer van huishoudelijke afvalstoffen. Hetzelfde geldt overigens met betrekking tot de kosten van inzameling van grot huisvuil. Ook grof huisvuil wordt tot de huishoudelijke afvalstoffen gerekend. B. Artikelgewijze toelichting HOOFDSTUK I Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving Om duidelijkheid te scheppen over de inhoud van de in deze verordening voorkomende begrippen maand 'belastingjaar' en 'gebruik maken' is daarvan een omschrijving opgenomen. Er is een begripsomschrijving opgenomen waarin 'gebruik maken' in de verordening wordt omschreven als qebruik maken in de zin van artikel 15.33 Wet milieubeheer. Deze begripsomschrijving houdt verband met de wijziging van artikel 15.33 door wetsvoorstel 32479, dat 10 september 2010 bij de Tweede Kamer is ingediend. Wijzigt de wet per 1 januari 2011 dan gaat de verordening uit van gebruik maken zonder het begrip 'feitelijk'. De verhuurder kan dan in de heffing worden betrokken zonder dat die het perceel zelf gebruikt. De verhuurder kan de belasting verhalen op de huurders die een deel in gebruik hebben. Wijzigt de wet echter pas per 1 januari 2012, dan gaat de verordening uit van 'feitelijk' gebruik maken van een perceel. In het laatste geval kan de verhuurder bij kamerverhuur alleen in de heffing worden betrokken als die zelf gebruik maakt van het perceel (HR 23 mei 1990, nr. 26 328, BNB 1990/239, Belastingblad 1990, blz. 470 (Tegelen)). Artikel 2 Aard van de belasting en belastbaar feit Eerste lid In het eerste lid wordt verwezen naar artikel 15.33 van de Wet milieubeheer. Dit is de wettelijke grondslag voor de afvalstoffenheffing. Tweede lid Op grond van het bepaalde in artikel 15.33 van de Wet milieubeheer en in samenhang met het bepaalde in de artikelen 10.21 en 10.22 van de Wet milieubeheer kan een afvalstoffenheffing worden geheven ter zake van het in artikel 15.33 bedoelde gebruik van een perceel waar in een particuliere huishouding huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan. Zodra derhalve sprake is van een particuliere huishouding waar huishoudelijke afvalstoffen kunnen ontstaan, kan, op voorwaarde dat de gemeente aan de inzamelverplichting voldoet, een afvalstoffenheffing worden geheven. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 2010 | | pagina 201